Een uitleg van het laatste boek van de Bijbel. Deel 33. Openbaring 3:2-3.

De Heere laat het niet bij dit vernietigende oordeel: Ik weet wat u doet; overal wordt beweerd dat u het leven hebt, terwijl u dood bent. Nee, Hij wil redden, want Hij spreekt: ‘Want Ik leef en ook u zult leven’ (Joh. 14:19). Hij wil ook u, geestelijk dode, Zijn eeuwige leven meedelen. Zijn Geest roept in uw onverschillige, koude en trotse hart naar binnen. Het is een vijfvoudig categorisch bevel:

Het eerste bevel luidt: ‘Word wakker’ (Openb. 3:2 NBV). Wie door Jezus Christus uit de doodsslaap wakker wordt geschud, die is in staat om op te staan! De machtige oproep ‘Terug naar het leven’ weerklonk al bij Lazarus, die vier dagen in het graf gelegen had en reeds aan het ontbinden was. Toen de steen eindelijk van het graf was weggerold, riep de Heere Jezus, nadat Hij de Vader gedankt had, luid: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ (Joh. 11:43). De dode kwam tevoorschijn, zijn handen en voeten in linnen gewikkeld, en zijn gezicht bedekt door een doek (Joh. 11:44).

De Heere roept ook u deze boodschap toe: ‘Word wakker!’ – Is het niet een vreselijke krenking voor Hem, Die Zijn leven in Zijn bloed aan het kruis van Golgotha uitstortte om ons uit de doodsslaap op te wekken, als wij weer inslapen? En dit in een heilshistorisch uur waarin Hij elk ogenblik terugkomen kan! De discipelen van Jezus sliepen in dat andere heilshistorische uur, toen de Heere in Gethsémané bloed zweette en met de dood worstelde, voordat Hij naar Golgotha ging. Toen vond Hij Zijn discipelen slapende en klagend vroeg Hij: ‘Konden jullie niet eens één uur met Mij waken?’ (Matt. 26:40 NBV). – Word wakker.

Het tweede bevel: ‘Versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood. Want Ik merk dat uw gedrag tekortschiet in Gods ogen’ (Openb. 3:2). Het is beklemmend hoe velen er in onze dagen in de afval afglijden. Ezechiël kreeg van de Heere de opdracht wachter over het huis Israëls te zijn (vgl. Ezech. 3:17-19; 33:7-9). Precies dezelfde opdracht heeft de gemeente van Christus, want volgens Openbaring 1:1 is aan haar het profetische Woord toevertrouwd om de wereld en het naamchristendom te waarschuwen voor het naderende oordeel: ‘Openbaring van Jezus Christus, die Hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet …’ – Wij hebben een wachterdienst!

De gemeente in Sardes sliep. En slapen wij ook? Natuurlijk steunen wij zendelingen, natuurlijk werken wij op de een of andere manier ergens aan mee, maar slapen toch niet? Sardes sliep, liet slapen, liet sterven. Daarom de oproep van de Heere: ‘Versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood.’ Met andere woorden: ‘Wanneer u uit de dode werken, uit al het nutteloze gedoe, uit het schijnchristendom wakker wordt, begin dan meteen uw laatste krachten te versterken.’ – Voortdurend sterven er mensen om ons heen die graag van Jezus hadden gehoord en Hem ook aangenomen zouden hebben, maar zij vernamen niets over Hem, omdat de gemeente slaapt. Dodelijke effecten in plaats van stromen van leven gaan er van haar uit. Hoor toch de doordringende oproep van de Heere: ‘Word wakker en versterk uw laatste krachten: u bent op sterven na dood.’

Stop het geestelijk sterven in u en om u heen!

‘Want Ik merk dat uw gedrag tekortschiet in Gods ogen’ (Openb. 3:2). De werken van Christus zijn altijd de werken van de Vader. De Heere Jezus spreekt altijd vanuit Zijn één-zijn met de Vader. Hij heeft de zeven geesten, de Heilige Geest, en spreekt de woorden en doet de daden van de Vader, van de drie-enige God. Als de Heere tegen Sardes zegt: ‘Uw gedrag schiet tekort’, dan betekent dit dat de dode werken zwaarder wegen. Hebreeën 9 leert ons dat wij door het bloed van Jezus van de dode werken gereinigd worden. Wat zijn dan dode werken eigenlijk? Het is alles wat op dit aardse is gericht, bijvoorbeeld zelfprofilering, allerlei hartstochten en bindingen zoals hebzucht, gierigheid, leeg gezwets, evenals kostbare tijd die wordt verknoeid, concreet alles wat niet op de Heere is gericht. ‘Want Ik merk dat uw gedrag tekortschiet in Gods ogen.’

De luie dienaar begroef zijn talent, en zo velen onder ons doen dat ook. Onze godsdienst bestaat veelal hieruit dat wij op zondagmorgen de samenkomst bezoeken, aandachtig luisteren, weer weggaan en overgaan tot de orde van de dag. Alles draait min of meer om onszelf en ons welzijn. ‘Want Ik merk dat uw gedrag tekortschiet in Gods ogen.’

Het derde bevel van de Heere luidt: ‘Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen’ (Openb. 3:3). – De wakker geworden mens kan geestelijk weer normaal denken. Van een slapende mens kan men niet verwachten dat hij helder denkt en duidelijk onderscheidt, want hij is niet in staat om de realiteit te zien. Zodra hij echter wakker is, is hij in staat om te denken. ‘Herinner u dat u de boodschap hebt ontvangen en begrepen’, zegt de Heere.

Misschien moeten de ‘vermiste’ woorden van God weer uit de donkere hoeken van het hart tevoorschijn worden gehaald. – Wie dit oprecht doet en het kostbare Woord van God opnieuw in zijn hart overweegt en ernaar luistert, diens hart zal tot reddende en bevrijdende bekering worden geleid. Velen zijn niet in staat zich te bekeren, omdat ze niet bereid zijn in te gaan op wat ze gehoord hebben. Waar dat echter gebeurt, wordt de weg vrij voor een waarachtige verandering van gezindheid. Dit was ook het geval bij Petrus. Hij was zo’n ‘vrome’ man die zo met zichzelf ingenomen was en altijd gelijk wilde hebben. Hij was zich ook zeer bewust van wat hij allemaal wel presteerde in het koninkrijk van God. Hij was altijd de eerste en de ijverigste voor de Heere. Maar toen kwam aan het licht dat het allemaal maar schijn was. Toen hij op de proef werd gesteld, verloochende hij de Heere. Wanneer was hij zover om zich te bekeren? Toen hij aan het woord van de Heere dacht, nadat hij Hem had verloochend en zelfs met een eed bezworen had Hem niet te kennen. Lukas 22:61 (HSV) beschrijft dit zo aangrijpend:

‘En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben.’

En Petrus ging naar buiten en huilde bitter (Luk. 22:62). Dat is echte bekering! Het Woord van God is als een hamer die een rots verplettert (Jer. 23:29). De gemeente in Sardes verloochende de Heere en Zijn wonderbare verlossingskracht en hield alleen nog maar een naam op. En u? Denk aan het Woord dat u al zo vaak gehoord hebt. Draag niet langer de naam, houd niet langer de schijn op, maar word een leesbare brief van Christus. Bedenk wat Paulus met betrekking tot de eindtijd zegt: ‘Zij hebben een schijn van godsvrucht, maar hebben de kracht ervan verloochend’ (2 Tim. 3:5).

Het vierde bevel: ‘Houd eraan vast …’ (Openb. 3:3). – Waaraan moet Sardes, waaraan moeten wij vasthouden? Aan het Woord! Wij moeten de vluchtige, oppervlakkige natuur afleggen en in de diepte gaan. Laat de Heere niet langer over u klagen, zoals Hij het door Jeremia doen moest: ‘Verdwijnt de sneeuw ooit van de rotsen van de Libanon? Droogt koud en stromend water uit een verre bron ooit op? Maar mijn volk is mij vergeten!’ (Jer. 18:14,15).

Daarom nog eens: Houd vast aan het Woord!

En het vijfde bevel: ‘En bekeer u’ (Openb. 3:3 HSV). – Het valt de oplettende en biddende lezer van de Bijbel op dat hier de oproep tot bekering niet, zoals bij de andere gemeenten, direct weerklinkt, maar pas in aansluiting op de verschillende bevelen volgt. Dit omdat niemand in staat is zich te bekeren, zolang hij slaapt ofwel geestelijk dood is. Jezus Christus verlicht ons pas dan tot de bevrijdende bekering, als wij aan Zijn wekroep gehoor willen geven. In dit verband herinneren wij ons Efeziërs 5:14: ‘Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.’

Als u wakker wordt en opstaat, zal Christus u in Zijn licht trekken. Dan zal Hij in uw wezen naar binnen schijnen,

en wel tot in de diepste en donkerste diepten van uw ziel, zodat u in staat zult zijn u van harte te bekeren van alle schijn – Of het nu is dat Jezus Christus weliswaar een voorbije ervaring is, maar geen levende aanwezigheid. Of door u onder Zijn machtige hand te vernederen, omdat u innerlijk verstard bent na een veelbelovend begin.

Tenslotte spreekt de Heere nog een bedreiging uit doordat Hij in Openbaring 3:3b ook zegt: ‘Maar als u niet wakker wordt, …’ – Eigenaardig dat Hij niet zegt: ‘Bekeer u …’, zoals bij de andere gemeenten, maar: ‘Als u niet wakker wordt, …’ Hij weet: Als u wakker wordt, dan zult u zich ook bekeren.

‘Maar als u niet wakker wordt, kom Ik onverwacht als een dief, op een tijdstip dat u niet kent.’ (NBV)

De Heere wil ons ook waarschuwen: Als u niet wakker wordt, zult u door Mijn wederkomst overrompeld worden. Dan zult u, wanneer het geweldige ogenblik plotseling daar is, lijken op de vijf dwaze meisjes die geen olie bij zich hadden. Ze waren niet gereed en konden niet met de bruidegom meegaan en aan diens bruiloft deelnemen. De Heere spreekt in dit verband van een dief die men pas bemerkt, als hij alweer weg is. De gelegenheid om zich gereed te maken is dan als door een dief gestolen. Als Jezus komt, is alles reeds beslist. Luister daarom naar de Heilige Geest Die in de voorbereide harten roept: ‘Kom!’ – ‘De Geest en de bruid zeggen: Kom!’ (Openb. 22:17).

MIDDERNACHTSROEP 2022-05 WIM MALGO (1922–1992)

Vergelijkbare berichten