Een uitleg van het laatste boek van de Bijbel. Deel 35. Openbaring 3:7,10.

Bij de zendbrief aan Filadelfia valt het direct op dat deze gemeente niet berispt wordt. In tegendeel, zij ontvangt als enige gemeente de hoogste lof. Zoals bekend betekent Filadelfia ‘broederliefde’. Filadelfia bestaat tegenwoordig nog onder de Turkse naam Alaseher. De gemeente van Filadelfia lag ongeveer dertien mijlen zuidoostelijk van Sardis, dus in de nabijheid van die gemeente waarover de Heere zegt: ‘En weet dat u de naam hebt dat u leeft, maar u bent dood’ (Openb. 3:1).

Het besmettingsgevaar voor de gemeente in Filadelfia was onmiskenbaar, want niets werkt meer aanstekelijk dan de sluipende geestelijke dood. Dat was al zo in het Oude Verbond. In Jozua 7 lezen we hoe een man, Achan, zondigde door te doen alsof en zo het hele volk Israël in een nederlaag meesleepte.

De mooie, veelbetekenende naam Filadelfia is niet van christelijke oorsprong, want deze stad werd reeds in het jaar 154 voor Christus gesticht door de Pergamenische koning Attalos II. Hij droeg de bijnaam Philadelphos en noemde toen deze stad naar zijn naam. Hoewel de stad verschillende malen door aardbevingen werd verwoest, werd zij steeds weer herbouwd en kwam tot nieuwe bloei.

Wat is de reden dat de verheven Heere zich in deze brief – in tegenstelling tot de andere – zo uitvoerig, zo alomvattend openbaart aan de engel van deze gemeente? De bijzondere zelfopenbaring van de Heere is dat Hij spreekt over wat Hij is en wat Hij heeft: ‘Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die de sleutel van David heeft’ (v. 7). Hij is de Heilige en de gemeente van Filadelfia is niet alleen geheiligd naar haar positie, maar leeft in het dagelijks leven in de heiliging. Dat blijkt uit het getuigenis dat de Heere haar geeft: ‘Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard …’ (v. 10).

Met andere woorden: ‘U hebt in alle omstandigheden vastgehouden aan Mijn Woord.’ – Dit heeft een nauw verband met de persoonlijke heiliging, want wie het Woord bewaart, leeft in de heiliging. En omgekeerd: Wie in de heiliging wil leven, die moet het woord bewaren. Het ene gaat niet zonder het andere. De Heere Jezus zelf heeft gebeden: ‘Heilig hen door Uw waarheid; Uw woord is de waarheid’ (Joh. 17:17).

Zijn Woord serieus nemen betekent dus: Gehoorzaam zijn aan Zijn Woord, en dat op zijn beurt betekent geheiligd worden in Zijn waarheid. Vandaar ook de tweede zelfopenbaring van de Heere: ‘Dit zegt de Heilige, de Waarachtige’ (Openb. 3:7). Hij zegt niet alleen de waarheid, maar Hij is de waarheid in persoon. Dus is Hij de enige, absoluut ware en volledige openbaring van datgene, wat God is. ‘Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien’ (Joh. 14:9). Hij is waarachtig in Zijn Woord, in Zijn toezeggingen, zodat wij te allen tijde en in alle omstandigheden volledig op Hem kunnen vertrouwen. De benaming ‘de Waarachtige’ onderstreept de voorgaande uitspraak dat Hij de Heilige is.

Het is niet toevallig dat de Heere na Zijn zelfopenbaring ook spreekt over het geheiligde leven van de gemeente van Filadelfia: ‘Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard …’ (Openb. 3:10). Want nog voor de wereld werd geschapen, heeft de Vader de gelovigen van deze gemeente en ons reeds uitverkoren, opdat wij ‘heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde’ (Ef. 1:4).

Dit ‘voor Hem in de liefde’ toont de unieke band tussen de Heere en Zijn met bloed gekochten. Het hoge doel van God dat Hij reeds van voor de grondlegging van de wereld met ieder van ons afzonderlijk en met de vele miljoenen mensen had, was niet alleen dat wij ons bekeren en blijmoedige kinderen van God zouden worden, maar eerder dat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn. Daarom ook de inleiding van Zijn Brief: ‘Dit zegt de Heilige, de Waarachtige.’

De gemeente van Filadelfia beantwoordt aan het doel van God.

MIDDERNACHTSROEP 2022-07 WIM MALGO (1922–1992)

Vergelijkbare berichten