In Nederland weten we goed wat seizoenen zijn. Kennen we een verschil tussen tijden en getijden. Kennen we droge periodes en periodes waarin het water onze grond meer dan verzadigt.

Het verschil in seizoenen is in het bos goed te zien. Hoewel ik hou van de uitbundigheid en het heldere groen en geel van mei en juni, zie ik ook veel moois in de maanden ervoor, wanneer het zachte lentegroen net uit de schijnbaar dorre takken spruit. Ook de herfst met zijn warme kleuren vind ik prachtig. Maar wie kan er nu iets met die dode, grauwe wintermaanden?

Toch is er ook voor de winter een tijd. Een tijd om los te laten. Een tijd om af te sterven. Een tijd om stil te staan en het nieuwe, mooie, vruchtbare de tijd te geven om te ontwikkelen.

Boven dit proces staat de Schepper. Je kunt als mens een afstervend zaad niet dwingen om uit te spruiten; je kunt de blaadjes niet uit hun knoppen trekken. Wat dat betreft is de winter een goed moment om te leren dat we uiteindelijk geen enkele controle kunnen hebben over het leven.

Aan onderstaande woorden uit Prediker moest ik denken, toen ik met Hans mijn huidige isolatie ’plicht’ besprak. Als mens hebben we hier weerstand tegen; zeker mijn liefhebbende echtgenoot is gesteld op mijn nabijheid. We vinden het moeilijk om noodgedwongen van elkaar gescheiden te zijn.

Toch spreekt ook God over tijden waarin je even níet samen bent. Over tijden van knuffelen en tijden van afweren. Prediker is in mijn beleving een van de meest menselijke boeken in de Bijbel; een boek dat ik soms moeilijk vind te plaatsen in het geestelijk leven. Toch is er wijsheid in te vinden, geschreven door de man van wie getuigd werd de wijste van zijn generatie te zijn, koning Salomo. De man die ook het prachtige, wijze boek Spreuken schreef.

Als ik kijk naar de natuur, weet ik dat de seizoenen niet zonder elkaar kunnen. Zonder sterven is er geen nieuw leven. Zonder snoei geen goede vrucht. De winter heeft zijn tijd nodig om het voorjaar voor te bereiden.

Ook Jezus sprak over het zaad dat in de aarde valt en sterven moet om veel vrucht te dragen. Al sprak Hij daar over zijn eigen weg, Hij maakte het duidelijk aan de hand van een beeld uit Zijn eigen schepping.

Als je je in een seizoen van sterven, van grijsheid, bevindt, weet dan dat het een seizoen is. Je krijgt de tijd om te rusten. Om je te laten snoeien, zodat je op een dag weer overvloedig vrucht mag dragen.

Laat de Schepper Zijn gang maar gaan, Hij heeft jou in Zijn hand.

Voor alles is een tijd!

Auteur Jolande Cornelisse Beekman.

Afbeelding Jolande Cornelisse Beekman

Vergelijkbare berichten