13-Delige serie over het Bijbelboek Hebreeën

Deel 9: De dienst van Jezus vanuit de hemel – in een beter Verbond

De schrijver gaat verder over zijn betoog over Jezus als de Hogepriester en Zijn dienst in een beter heiligdom. Wij zien hier eerst het aardse heiligdom onder het oude Verbond:

Het aardse heiligdom van het oude Verbond (vers 1-5)

Voorheen had de Heere de tabernakel gegeven omdat Hij te midden van Zijn volk wilde wonen (Ex. 25:8). Alles had de Heere strikt aan Mozes doorgegeven. Mozes heeft de Heere tot in alle details gehoorzaamd. Toch is die tabernakel ontoereikend, want zij geeft de zondaren geen toegang tot God.

De tabernakel bestaat uit twee gedeelten:

  1. Het heilige en
  2. Het heilige der heilige

Er tussenin hangt het voorhangsel dat de ingang/toegang afsluit. De schrijver bespreekt het ritueel van de Grote Verzoendag. Het voorhangsel gaat open en de hogepriester gaat met het bloed naar het verzoendeksel. Eens per jaar worden de zonden van het volk bedekt.

De beschrijving van de priesterlijke dienst (vers 6-10)

Het gaat niet om de schoonheid van de tabernakel maar om haar beperkingen. Alleen priesters mogen binnengaan en dan nog maar alleen in het eerste deel (het Heilige). Zij moeten constant de lampen verzorgen van de gouden kandelaar (Ex. 27:20). Elke morgen moesten zij het reukwerk offeren op het gouden reukofferaltaar (Ex. 30:7,8). Elke sabbat moesten zij twaalf broden verversen en op de gouden tafel leggen (Lev. 24:7).

Het voorhangsel tussen het Heilige en het Heilige der heilige leert ons, dat het oude Verbond, onvolmaakte pogingen bood om tot de Heere God te komen en het belette zondaren om voor Hem te verschijnen. Het tweede deel (het heilige der heilige) was alleen toegankelijk tijdens de Grote Verzoendag, die vooruit wees naar een offer dat alle zonden voor eeuwig weg zou nemen en de vergeven zondaar eeuwig toegang tot de Heere God zou bieden. Halleluja voor YESHUA, onze Heiland (Hebr. 10:20).

De gebruiken van het oude Verbond moesten wel falen, want ze gingen over uiterlijke zaken. Die doen niets met ons innerlijk en niets in het hart van de zondaar of de priester. Zij nemen de zonde niet weg, reinigen niet het geweten en verlenen geen toegang tot God. Alles was aards, zinnebeeldig en ook tijdelijk.

De betere bediening van het nieuwe, eeuwige Verbond (vers 11-14)

Eeuwenlang hebben Joden naar hun Messias uitgekeken. Hij moest afstammen van David. Hij zou hun vijanden verslaan en over hen regeren als de Koning. Zij verwachten Hem niet als de Hogepriester, omdat de priesterlijke lijn uit de stam van Levi is en niet uit Juda (vers 11b).

Het Nieuwe Verbond brengt een beter heiligdom en een beter offer (vers 12), een eeuwige verlossing en Zijn offer heeft ook innerlijke waarde en is niet in geld uit te drukken.

Het offer van Jezus (Zijn eigen bloed) is op een aantal punten ook anders. Het is menselijk. Eén offer voor de zonde van alle mensen, moet een menselijk offer zijn. Het is ook een vrijwillig offer, terwijl de dieren werden gedwongen. Het is moreel, want Jezus is zonder smet. Het is geestelijk en eeuwig, wat weer volledig wijst op de Goddelijke natuur van de Heere Jezus.

De zegeningen van het nieuwe en het eeuwige Verbond (vers 15-22)

Vers 15 is de conclusie van Hebr. 8:6 t/m 9:14.

  • Het Nieuwe Verbond is effectiever, omdat het een Middelaar heeft Die voor de Zijnen sterft.
  • Hij is God en ook Mens en Hij behartigt als de volmaakte Middelaar Zijn en onze belangen.
  • Met diezelfde ijver waarmee Jezus Zich inzet voor Zijn Vader, zet Hij Zich in voor de redding van de zondaren. Daarom kan Hij door Zijn dood alle overtredingen verzoenen.

Je kunt begrijpen dat de lezers zich afvragen: Hoe zit het met onze ouders? Zijn zij verloren? Nee, zegt de schrijver, de overtredingen binnen het eerste Verbond zijn op dezelfde grondslag vergeven als de overtredingen van vandaag, namelijk, door de dood van Christus. Al die dieren waren de creditcard. De dieren worden nu vervangen door de werkelijke betaling met het verzoenend bloed van Christus. De geredde zondaren onder het oude Verbond waren geroepenen, door God uitverkoren (Rom. 8:29,30).

Alle gelovigen van alle tijden ontvangen hun beloofde erfenis. De lezers van deze brief zijn verbaasd over de nadruk die er gelegd wordt op het sterven van Jezus. Hij stierf toch als een misdadiger? De schrijver draait het om. Zijn dood is de reden om in Hem te geloven. Daarom wijst hij op het testament of op het Verbond. Door Zijn dood werd Gods wilsbesluit ten uitvoer gebracht!

De betere dienst van het nieuwe en het eeuwige Verbond, (vers 23-28)

Wij zien drie redenen waarom de dienst van Jezus vanuit de hemel nu beter is:

1) Het is nu beter, omdat de Heere Jezus voor ons optreedt vanuit de hemel.

2) Het is beter, omdat Jezus door Zichzelf te geven, de zonde voor eeuwig wegneemt.

3) Het is nu veel beter, omdat de Heere Jezus de Zijnen verlost van het oordeel. Het is niet nodig dat wij angst hebben in het leven en in het sterven (Hebr. 2:15).

Samenvatting

De Hebreeuwse gelovigen toen, waren net zoals velen nu, niet zo gelukkig met de eenvoud van het geloof in de Heere Jezus. Zij werden meer aangetrokken tot de indrukwekkende rituelen en symbolieken van het Judaïsme. Zij verlangden naar de trompetten, de wierook, de priesters, de gewaden en gewijde plaatsen met al die offers van hun vroegere godsdienst.

Dit hoofdstuk toont ons aan dat de dienst van de Heere Jezus meer is dan al die rituelen waar zij naar terugverlangden. Jezus dient ons niet in een aards heiligdom, maar in de tabernakel van God in de hemel. Dat is beter dan de herhalende offers van de Grote Verzoendag.

-> Zijn offer op het kruis is éénmalig, volmaakt en afdoende!

De Zijnen mogen nu al weten dat zij voor eeuwig verlost zijn van het komende oordeel (vers 24-28). Die verzen maken melding van

drie verschijningen van de Heere Jezus:

  • Eén in het verleden voor onze behoudenis.
  • Eén in het heden voor onze heiligmaking en
  • één in de toekomst voor onze verheerlijking als wij later eeuwig bij de Heere gaan wonen.

Het geloof in de Heere Jezus is heel eenvoudig en overheerlijk om mee te leven.

  • Vers 26. De Heere Jezus heeft ons gereinigd van al onze zonden door Zijn kostbare bloed. Hij heeft ons daarom ook alle kracht gegeven om ‘nee’ te zeggen tegen de zonden. Eens zullen ook alle zonden in deze wereld niet meer aanwezig zijn.
  • Vers 27. Er is een ‘daarna’ voor alle mensen na het sterven: het komende oordeel.
  • Vers 28. Voor hen die in Jezus geloven zal het een be-oordeling worden (2 Kor. 5:10). Voor hen die niet gaan geloven, zal het een eeuwig oordeel worden (Dan. 12:2).

Met dank aan en toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook: www.johan-linda.com

Vergelijkbare berichten