13-Delige serie over het Bijbelboek Hebreeën
Deel 2a: De Heere Jezus is meer…
Hebreeën 2
De Heere Jezus is meer dan de engelen
Engelen hebben een hogere positie dan gevallen mensen (Hebr. 2:9). Zij hebben geen vlees en bloed maar kunnen wel de gedaante van mensen aannemen (Hebr. 13:2). Zij kunnen ook in andere vormen zichtbaar zijn (Matt. 28:3,4; 22:2). Zij kunnen zich niet voortplanten. Engelen hebben emoties (Luk. 15:10). Zij kunnen prediken (Gal. 1:8). Ze zijn tegelijk geschapen (Kol. 1:16).
Er zijn ook veel engelen die gevallen zijn, maar zij bestaan nog (als demonen) want zij kunnen niet sterven (Openb. 12:4). Engelen waren voor de mensen geschapen. Er zijn er velen (Dan. 7:10; Op. 5:11). Zij zijn goed georganiseerd en er zijn verschillende rangen (cherubim, serafim). Er zijn ook engelen die een naam hebben (Michaël, Gabriël en lucifer). Als wij in de Heere Jezus zijn en de wapenrusting aandoen overwinnen wij (Ef.6:10-18).
Joodse mensen geven de engelen een te hoge positie
Toen de Heere zei: Laat ons mensen maken naar ons beeld weten wij dat Hij tot de Drie-enige God sprak. De Joden leren, dat de Heere tot Zijn engelen sprak. Het Oude Verbond is door engelen tot hen gekomen (Hand. 7:51-53; Gal.3:19). Engelen mogen wij niet aanbidden (Kol 2:18). Deze wereld wordt nu nog geregeerd door een gevallen engel die ook de vorst van de wereld is (Joh. 12:31; 14:30).
De schrijver gaat nu uitleggen, dat de Heere Jezus meer is dan alle engelen.
In Hebreeën 1:4a staat: ‘Hij is zoveel meer geworden dan de engelen’. De boodschap is zo duidelijk.
Op welke gebieden is de Heere Jezus dan meer?
(A). Jezus is meer in Zijn titel – Hebr. 1:4,5
Een betere Naam (1:5,6a). Engel betekent dienstknecht of boodschapper. Tegen de Heere Jezus zegt Hij: Zoon (Ps. 2:7; 2. Sam. 7:14). Hij is, was en blijft door Zijn Goddelijke natuur altijd Gods eeuwige Zoon. Door Zijn menselijke natuur is Hij nu Gods Messiaanse Zoon geworden. Het eeuwige Zoonschap van de Heere Jezus is anders dan Zijn Messiaanse Zoonschap: Het woord “wezen of zelfstandigheid vs. 3 is tijdloos en het vertelt wat Hij is. Het woord geworden vs. 4 wijst erop wat Hij in de tijd wordt. De titel : Messiaanse Zoon verwerft Hij vanwege Zijn volbrachte werk (Ps. 2:7; Hand.13:33), Zijn opstanding en menselijke natuur.
(B). Jezus is meer in Zijn aanbidding – Hebr. 1:6
De engelen aanbidden de Zoon. Zij hebben Hem alreeds aanbeden als God en nu worden zij opgeroepen om Hem als de Zoon te aanbidden. Het woord Zoon heeft niets te maken met Zijn tijd, maar wel met Zijn titel als God. Kol.1:15,18. Wereld betekent de plaats die bewoond is. Het woord vervolgens betekent ook opnieuw en het heeft te maken met Zijn wederkomst. De engelen reageren in vreugde. Psalm. 97:7; Openb. 5:1.
Bij Zijn wederkomst wordt de Heere Jezus door iedereen gezien als de Hoogst verhevene en is Hij oneindig veel meer dan de engelen. De titel “Eerstgeborene” duidt op Zijn waardigheid. Aanbidding is altijd gericht op de Heere God en ook altijd gericht op de Heere Jezus alleen! Het is duidelijk dat Gods Messiaanse Zoon ook 100% Gods eeuwige Zoon is. . .
(C). Zijn karakter als 100% God en als 100% Mens – Hebr. 1:7
De engelen zijn geschapen en dienaren tot een vuurvlam (Ps.104:4). Het woord geest is ook wind of adem. Vuurvlam heeft te maken met gericht (Gen. 19:13). De engelen brachten de boodschap van het gericht over Sodom (Ps.78:49).
Heb. 1:8. De Zoon is tevens ook de eeuwige God (Joh. 5:18; 10:30; 1 Tim. 3:16; 1 Joh. 5:20). De Zoon heeft een eeuwige troon, met een Koninklijke scepter.
Heb. 1:9. Hier zien wij de andere kant van de Heere Jezus en dat is Zijn Menswording. Hij is voor eeuwig de verheerlijkte sympathieke meelevende en biddende Mens die in de Hemel zit en tevens ook onze liefdevolle Belangenbehartiger voor ons. De Heere Jezus houdt van rechtvaardigheid (Jak.1:17; 1 Joh.1:5; Ps.119:117).
Dit is het prachtige karakter van de Zoon. Zo is het karakter van lucifer niet! De Zoon gehoorzaamt met een passie en Hij gaat verder, dan Zijn metgezellen. David gehoorzaamde de Heere ook met een passie. Hij schrijft in Psalm.119:60 ‘Ik heb mij gehaast en niet geaarzeld Uw geboden in acht te nemen‘.
(D). Zijn eeuwigheid als de Schepper – Hebr. 1:10
Hier zien wij de Heere God ook tegen de Heere Jezus spreken als de Schepper (Ps.102:25-27). De Heere Jezus was zonder begin en ook zonder einde (Heb. 13:8).
Wij verslijten onze kleding; hemel en aarde, het werk van Zijn handen, vergaan ook. Alleen de Heere Jezus blijft voor eeuwig Dezelfde. Engelen zijn door Hem geschapen, maar niet allen bleven trouw en hen wacht het oordeel (2 Pet. 2:4).
(E). Zijn verheven soevereiniteit en de engelen zijn aan Hem onderworpen – Hebr. 1:13,14
Tegen wie van de engelen heeft Hij gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik, al Uw vijanden neergelegd heb als, een voetbank voor Uwe voeten.
Dit heeft de Heere God nog nooit tegen de engelen gezegd, maar wel tegen de Heere Jezus. En eens zal iedere knie zich buigen voor de Heere Jezus (Fil.2:11; 1 Kor.15:25). De Heere Jezus zit, maar het werk van de engelen is ook nooit klaar!
In scherp contrast met de verheven positie van de Heere Jezus zijn de engelen dienaren (dienende geesten). Daarom moeten en kunnen zij ook gehoorzamen. Wij zijn mede-erfgenamen en engelen zullen gelovigen tot in eeuwigheid dienen. De zaligheid beërven betekent: Gered worden.
Verleden Heden en Toekomst
- (1). Wat het verleden betreft is de gelovige gered van de straf voor de zonden.
- (2). Wat het heden betreft redt en bewaart de Heere Jezus ieder die door Hem tot God gaat. Dat kan Hij omdat Hij altijd leeft om voor hen te bidden (Heb.7:25).
- (3). Wat de toekomst betreft is er een volkomen redding als de Heere Jezus voor de tweede keer wordt aanschouwd (Heb.1:14; 9:28), wanneer de gelovigen bij Hem in de Hemel zijn en Hij de erfenis in bezit neemt (Heb.2:5-9a). De toekomende wereld is niet zoals vandaag, van de engelen, maar voor de herstelde mens (Gen.1:26-31).
Als de Heere God een reactie verwacht van hen, die de wet ontvangen door de engelen. Hoeveel te meer, verwacht de Heere nu een reactie van ons, die zulk een grotere zaligheid hebben ontvangen in Zijn Zoon, de Heere Jezus (Heb.2:1,2).
Laten wij de Zoon gaan aanbidden en ook kussen, als onze Heer en Heiland… Eenwording met het hart van de Heere God, zien wij terug in de gehele Hebreeënbrief.
5 Waarschuwingen in de Hebreeënbrief
- De 1ste waarschuwing is dat de gelovigen afdrijven van hun 1ste liefde (Heb.2:1-4).
- De 2de waarschuwing is het ongeloof (Heb.3:12-15); verharding…
- De 3de waarschuwing is de ongehoorzaamheid (Heb.4:11-13).
- De 4de waarschuwing is dat zij de waarheid niet langer willen horen (Heb.5:11-6:6); saai gaan vinden…
- De 5de waarschuwing is het steeds weer opzettelijke zondigen (Heb.10:26-39); geen acht slaan op…
- De 6de waarschuwing is het constante afwijzen van de waarheid (Heb.12:25-29); de Heere tarten…
In Heb.2:1,2 lezen wij dan de eerste van de vijf waarschuwingen in deze brief.
Iedere waarschuwing wordt ook krachtiger naarmate dat je deze brief leest. Het is voor de schrijver niet alleen belangrijk om de Heere Jezus te verhogen, het is ook belangrijk om met een bewogen hart een uitnodiging te geven!
Er moet een passie zijn voor de mensen, om op het gepredikte te reageren en er moet een passie zijn in iedere spreker om mensen tot een keuze, een beslissing te brengen.
Tot zover het eerste deel van hoofdstuk 2 van de Hebreeënbrief.
Met dank aan en toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook: www.johan-linda.com