13-Delige serie over het Bijbelboek Hebreeën

Deel 11 A: Geloven is vertrouwen op God

Hebreeën 11:1-19

Vers 1. Het geloof is vertrouwen op God, dat leidt tot gehoorzaamheid aan God. Het geloof ziet de toekomst als het heden en het onzichtbare als het zichtbare. Het geloof maakt alle dingen mogelijk. De liefde maakt alle dingen gemakkelijk.

Vers 2. Met het woord ‘immers’ beginnen de getuigenissen over de kracht van het geloof. Door het geloof verheugden zij Gods hart. Omdat zij geloofden, vermeldt de Heere hun namen in Zijn eeuwig blijvende Woord.

Vers 3. Voordat die individuele gelovigen genoemd worden, mogen wij beseffen hoe belangrijk en onmisbaar geloof ook nu nog is. Als wij door geloof weten dat het bestaande door God geschapen is, verstaan wij ook dat door Zijn wil alles ontstaan is. Alles komt tot stand door Zijn Woord. Materie is niet eeuwig. Alles wat wij in de wereld zien is geschapen uit niets. Het geloof van vóór de zondvloed is ook een reddend en een beproefd geloof.

Voorbeelden van het reddende geloof

  • Abel – Vers 4. De reeks begint met een voorbeeld van het reddende geloof. Kaïn en Abel brachten God een offer (Gen. 4:2-8). Abels offer wordt aangenomen. De reden staat er ook bij: Het is door het geloof dat Abel een beter offer bracht dan Kaïn’. Geloven is doen wat God zegt. De Heere had het eerste dier geslacht (Gen. 3:21). Abel wordt rechtvaardig verklaard op grond van geloof en hij staat als eerste in de galerij van de gelovigen. Door zijn geloof spreekt hij ook al is hij al gestorven.
  • Henoch – Vers 5,6. Henoch ging met God wandelen, nadat hij vader werd (Gen. 5:28-6:22, Amos 3:3). Anderen stierven maar hij niet. Dat had de Heere hem beloofd. Door het geloof brengen wij vreugde aan Gods hart. Henoch predikte ook over de wederkomst (Jud.: 14) en het komende oordeel door de naam van zijn zoon Methusalem (nadat hij sterft, komt het). Hij stierf tijdens het jaar van de vloed.
  • Noach – Vers 7. Noach laat ons ook zien dat het leven van iedere gelovige anders is (Gen. 5:28-6:22). De Heere waarschuwde Noach voor de dingen die niet te zien waren. Een watersnood die de wereld zal treffen waarbij alle mensen zullen omkomen. Het had nog nooit geregend. Noach geloofde God en hij heeft uit ontzag de ark gebouwd en alles betaald tot redding van hen, die reageerden op zijn oproep. Dat was alleen zijn familie. Door het geloof van Noach haalde de wereld de veroordeling van God over zich. Zij hadden geen excuus, want de uitnodiging klonk, totdat de deur dichtging.

Hebreeën 11:8-19

Het geloof van onze aardvaders Abraham, Izak, Jakob en Jozef

  • Abraham – Vers 8. Abrahams geloof wordt nauwkeuriger beschreven (Gen.15:6). Hij geloofde de Heere en Die rekende dat tot gerechtigheid. Hij wordt de stamvader van het Joodse volk en die van alle gelovigen. Abraham gaat pas na zijn roeping, op 75-jarige leeftijd, op reis naar het Land van Gods belofte. Dat pelgrimskarakter zien wij ook bij Izak en Jakob met hun tent, hun altaar en hun vele waterbronnen. –Onze gehoorzaamheid is het uitwendige bewijs van ons innerlijke geloof.

    Vers 9,10. Het tweede bewijs van Abrahams geloof is zijn geduldige wachten op de vervulling van de belofte in het land. Zelfs in het land verkreeg hij het niet. Niet alleen hij maar ook Izak en Jakob leefden als vreemdelingen en zij trokken rond in tenten. In zijn hart waren er, om zo te zeggen, drie steden: Ur lag achter hem, Sodom naast hem en die hemelse stad, waarvan de fundamenten van God zijn, zag Abraham in geloof voor zich!

De voldoening van het geloof (vers 11,12)

  • Sara Sara, de vrouw met wie Abraham in gehoorzaamheid vertrok, was al een zoon beloofd. Uit menselijk oogpunt was dit onmogelijk. Sara geloofde uiteindelijk in de Heere. Zij heeft Hem trouw geacht Die het beloofd had. Daardoor bracht zij Izak in de wereld. Ook zij staat in de lange rij die de Heere God vertrouwde in wat menselijk gezien onmogelijk was.

Het pelgrimskarakter van het geloof (vers 13-16)

Het pelgrimskarakter van het geloof; Abraham, Izak en Jakob hebben niet gezien dat hun nageslacht talrijk werd zoals de sterren aan de hemel en het zand aan de zee. Maar zij bleven vertrouwen en zijn in het geloof gestorven. Geloof verandert iemands houding volkomen ten opzichte van het leven en van het sterven. Zij bleven ook uitzien naar het land Kanaän, zoals het zal worden in het komende Vrederijk van de Heere Jezus. God eert hen door Zichzelf te noemen de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob (Ex. 3:6).

De test van het geloof (vers 17-19)

De test van het geloof. Abraham werd gevraagd om zijn enige geliefde zoon Izak te offeren op de berg Moriah (Gen. 22:1-19). Door zijn gehoorzaamheid kreeg Abraham een vergezicht van de Heere Jezus (Joh. 8:56) en werd de zoon Izak een prachtig schaduwbeeld van de Heere Jezus. Voor Izak was er wel een plaatsvervanger, maar niet voor Jezus. Izak kon ook niet sterven voor zijn eigen zonden, maar Jezus stierf wel voor al onze zonden.

Abraham werd niet verzocht, maar wel beproefd. Ook al was Izak de zoon van de belofte, de Heere moest in alles nummer één zijn. Abraham geloofde in de opstanding van Izak, want hij zei tegen zijn knechten: Wij gaan aanbidden en wij komen terug’ (Gen. 22:5). Wij lezen dat de Heere het offer ziet als inderdaad gebracht. Geloof moet in actie komen en leiden tot geloofsdaden.

De les is geloofsgehoorzaamheid

De les is, dat de geloofsgehoorzaamheid de voorrang geeft aan Gods wil, boven persoonlijke voorkeuren. Het geloof is geen luxe maar een noodzaak. Als wij op enig gebied van het leven handelen zonder geloof in de Heere Jezus, dan zondigen wij en is het onmogelijk om de Heere God Zijn vreugde, die Hij zo toekomt, te geven (Rom. 14:23, Hebr. 11:6).

Hebreeën 11:20

God voegt man en vrouw samen

Er zijn twee huwelijken waarvan wij weten dat zij als man en vrouw, voor 100% door de Heere bij elkaar gebracht zijn:
1) Adam en Eva en
2) Izak en Rebekka.
Zij moesten echter wel dagelijks -net als wij- aan hun huwelijk werken, want het tweede echtpaar groeide wel uit elkaar. Er was zelfs een moment dat Rebekka geen levensvreugde meer had (Gen. 27:46). De Heere moet iedere dag de kern zijn binnen het drievoudige snoer (Pred. 4:12).

We kijken naar drie personen die in het geloof zijn gestorven (Izak, Jakob en Jozef):

* Het geloof van Izak (Gen. 25,26)

Izak is een stil iemand die weinig reist en in de schaduw van zijn vader Abraham blijft. Zijn moeder Sarah en zijn sterke vrouw Rebekka vallen meer op door hun geloof.

Izak trekt zijn oudste zoon voor, ookal weet hij dat de jongste de drager van de beloften is (Gen. 25:21-26). Maar we zien aan het einde van zijn leven dat hij door het geloof zijn zonen zegende met betrekking tot de toekomstige dingen (Gen. 27:33). Door zijn geloof werd Jakob erfgenaam. Het geloof geeft voorrang aan het doen van Zijn wil, boven onze eigen voorkeur!

Hebreeën 11:21

* Het geloof van Jakob

Als wij Jakob bestuderen in Genesis, bemoedigt het mij dat de Heere zijn geloof beschrijft en niet zijn rare streken. Twee geloofsdaden worden vermeld van Jakob voor zijn sterven. Hij zegende de twee zonen van Jozef (Gen. 48:8-20). Ondanks Jozefs protest gaf Jakob de voornaamste zegen aan de jongste zoon. Hij maakte hem tot erfgenaam.

Het geloof onderwerpt zich aan de wil van God. Jakob eindigt op een hoog niveau. Hij boog in aanbidding en leunde op zijn staf (Gen. 47:27). De staf wijst op zijn hoge leeftijd, zijn volhardende geloof en het vernieuwde leven dat hem de kracht gaf om aanbiddend te eindigen. Het is zo schitterend om tussen alle geloofshelden een broeder te zien wiens prestatie het is dat hij leunt op zijn staf, omdat hijzelf gebroken is. Dat is één van de grootste wonderen.

Hebreeën 11:22

* Het geloof van Jozef

Als Jozef op zijn sterfbed ligt, spreekt hij over de toekomstige uittocht van Gods volk (Gen. 50:22-26). Hoewel zij het daar goed hadden (weidegronden, comfort, water van de Nijl en welvaart, (Gen. 47:5), herinnerde Jozef het volk aan Gods beloften die Hij had gegeven (Gen. 50:24).

De belofte aan Abraham was bijna 300 jaar eerder gegeven en de uittocht uit Egypte zou nog ongeveer 150 jaar op zich laten wachten (Ex. 12:40,41 en Gal. 3:17). Door het geloof weet Jozef dat Gods beloften worden vervuld en Gods volk het Beloofde Land weer zal binnengaan. Door het geloof wist Jozef dat de vaders zullen gaan opstaan uit het stof en geeft hij ook voorschriften over zijn eigen beenderen (Ex. 13:19, Joz. 24:32).

[In het volgende deel van hoofdstuk 11 zullen we nog meer geloofsvoorbeelden zien.]

Met dank aan en toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook: www.johan-linda.com

Vergelijkbare berichten