Liefde voor Israël en het Evangelie van Paulus

De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 8.

Het is verbazingwekkend en een stimulans tegelijk, als wij zien hoe uitgerekend Paulus, als apostel voor de heidenen, zich inzet voor Israël. We kunnen dus wel zeggen dat de grote apostel een voorstander is geweest voor het werk onder het volk Israël. In de Romeinenbrief schrijft hij: ‘En verder zegt Hij: Wees vrolijk, heidenen, met Zijn volk! … Want de gemeenten van Macedonië en Achaje hebben het goedgevonden enige handreiking te doen aan de armen onder de heiligen in Jeruzalem. Zij hebben het namelijk goedgevonden, en zij zijn het ook aan hen verplicht. Immers, als de heidenen aan hun geestelijke weldaden deel gekregen hebben, zijn zij ook verplicht hen met stoffelijke te dienen’ (Rom. 15:10, 26-27).

Hij roept de heidenen op om zich met Israël te verblijden. Wat is de reden hiervoor? Die geeft hij in de voorafgaande verzen 8 en 9: ‘En ik zeg dat Jezus Christus een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen, en opdat de heidenen God zouden verheerlijken vanwege de barmhartigheid, zoals geschreven staat: Daarom zal ik U belijden onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen.’

Ter wille van de waarheid van God is Jezus als Dienaar naar Israël gekomen, om de beloften van God aan Israël te bevestigen. Door wat Hij in Israël tot stand bracht, delen de heidenen in de verlossing van Israël. De heidenen zijn onder de barmhartigheid gekomen en moeten daarom de God van Israël loven.

Jezus werd een dienaar van Israël om uiteindelijk ook de heidenen te dienen via Israël

Later noemt Paulus de gelovigen in Macedonië en Achaje als een positief voorbeeld. Ze hadden een financiële bijdrage gestuurd naar de gelovigen in Jeruzalem. Het sterke argument hiervoor was dat de gelovigen uit de heidenen schuldenaars zijn van Israël. Zij zijn immers geënt op de edele olijfboom en hebben daardoor deel gekregen aan de wortel daarvan. Zo bleek de val van Israël de rijkdom van de heidenen te zijn. Zij zijn deelgenoot geworden van Israëls geestelijke goederen en moeten daarom ook de behoeftige gelovigen in Israël steunen.

Het Evangelie van de apostel Paulus

In Romeinen 16:25-26 lezen wij:

‘Hem nu Die in staat is u vast te doen staan, overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was, maar dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften, onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen.’

Zeven bijzonderheden

Het zijn zeven bijzondere dingen die de apostel Paulus hier uitspreekt. Hij spreekt:

  • 1) over zijn Evangelie
  • 2) over zijn prediking van Jezus Christus
  • 3) over de openbaring van het geheimenis,
  • 4) dat nu geopenbaard is
  • 5) door de profetische Schriften – dat betreft wel hoofdzakelijk zijn brieven –
  • 6) overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, omdat het Zijn raadsbesluit is
  • 7) tot geloofsgehoorzaamheid van de heidenen

Wanneer Paulus over zijn Evangelie spreekt, is dat niet hooghartig bedoeld, maar komt het overeen met zijn bijzondere roeping en de bijzondere positie van het Evangelie dat hij voor de heidenen heeft ontvangen. ‘Overeenkomstig mijn Evangelie’ was een geheimenis dat door de tijden heen verzwegen was. Het is dus pas aan Paulus voor de heidenen geopenbaard (vgl. Rom. 1:1-5). Daarom spreekt hij ook steeds weer over een heilshistorisch ‘Nu’. Nu, omdat het er voor die tijd nog niet was en er ook nooit ergens sprake van geweest was: ‘… overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen hen verzwegen was, maar dat nu geopenbaard is’ (v. 26).

Andere voorbeelden

Romeinen 3:21: ‘Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard …’

Romeinen 11:5: ‘Zo is er dan ook in deze tegenwoordige tijd een overblijfsel ontstaan, overeenkomstig de verkiezing van de genade.’

Efeziërs 2:13: ‘Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.’

Efeziërs 3:5: ‘… dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest.’

Efeziërs 3:9-10: ‘… en allen te verlichten, [opdat zij mogen begrijpen] wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus, opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden.’

Kolossenzen 1:26: ‘Het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen …’

Uit deze tekstgedeelten ontlenen wij dat pas nu met de roeping van de apostel Paulus er heilshistorisch iets nieuws aan het licht is gekomen, wat vóór hem nog in het duister lag. In dit verband zegt hij dan ook: ‘Overeenkomstig het Evangelie van de heerlijkheid van de zalige God, dat mij toevertrouwd is’ (1 Tim. 1:11).

Bovendien is het opmerkelijk dat Paulus schrijft: ‘Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig …’ (Rom. 16:25 NBV21). Want aldus is het zijn Evangelie – namelijk de openbaring die de Heere hem gaf –, dat de gemeente vast doet staan. Dit diskwalificeert natuurlijk niet de Schriften van de andere apostelen, maar het Evangelie van de apostel Paulus is inderdaad het Evangelie voor de gemeente uit de heidenen. Want zo heeft hij er zelf van getuigd.

Tot zover deel 8 van “De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep” 2022-05. Geschreven door Norbert Lieth.

Vergelijkbare berichten