Het Evangelie van Paulus en de geloofsgehoorzaamheid

De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 6.

Paulus was een bijzondere gevolmachtigde, afgezonderd tot het Evangelie van God. Hij was door de Heilige Geest afgezonderd van de andere apostelen om de heidenen te dienen (Hand. 13:2).

‘Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften, ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. Wat de Geest van heiliging betreft, is Hij met kracht bewezen te zijn de Zoon van God, door Zijn opstanding, uit de doden, namelijk Jezus Christus, onze Heere. Door Hem hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam’ (Rom. 1:1-5).

Het Evangelie van God was met betrekking tot Jezus als een nakomeling van David al in het Oude Testament beloofd. De hele Schrift sprak over Hem en wees naar Hem. Na Zijn opstanding verwees Jezus hier ook naar in zijn uitleg aan de discipelen te Emmaüs: ‘En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was’ (Luk. 24:27).

Het Evangelie van Paulus daarentegen (‘overeenkomstig mijn Evangelie’, Rom. 16:25) was door de tijden der eeuwen heen verzwegen en een nieuwe openbaring: ‘Hem nu Die in staat is u vast te doen staan, overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was, maar dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften, onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen, aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen’ (Rom. 16:25-27).

Deze nieuwe openbaringen zijn bijvoorbeeld Paulus’ onderwijs over het Lichaam van Christus, zijn diepgaande uitspraken over de positie van de gemeente in de gevangenisbrieven, of de verschillende geheimenissen die Paulus in zijn brieven bekendmaakt. Al deze bijkomende waarheden zijn nu geopenbaard door zijn profetische geschriften, namelijk door het Evangelie van Paulus.

Zowel wat betreft het Evangelie van God als zijn Evangelie – roept Paulus niet op tot gehoorzaamheid aan de wet, maar tot geloofsgehoorzaamheid. Hij bepleit dit keer op keer met klem.

Abraham was hiervoor al een voorbeeld: ‘Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet bij God. Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend’ (Rom. 4:2-3).

De geloofsgehoorzaamheid roept de mensen op tot bekering en tot geloof in het volbrachte werk van Jezus. Als Nieuwtestamentische christenen is het daarom onze plicht, de medemens(en) niet te leiden tot het geloof van de wet (zoals helaas steeds weer gebeurt), maar tot de geloofsgehoorzaamheid van het Nieuwe Verbond.

In de Brief aan de Romeinen zien we waarvoor de Heilige Geest Paulus als bijzondere gevolmachtigde heeft afgezonderd (Rom. 1:1; Hand. 13:2) en wat de geloofsgehoorzaamheid inhoudt:

  • In Romeinen 4:1-12 leert Paulus de totale rechtvaardiging door geloof alleen, zonder werken (Rom. 3:28; 4:6). Hij verkondigt de overvloedige genade van God aan ons, de gelovigen, en noemt als voorbeelden Abraham en David.
  • In Romeinen 6:14 leert hij als apostel van de heidenen (en dat meer dan enig ander) dat wij niet onder de wet zijn, maar onder de genade. Aan deze genade moeten wij gehoorzaam zijn. ‘Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade’ (Rom. 6:14).

Hier moeten wij evenwel vaststellen dat Paulus geen wetteloosheid verkondigt, maar hij plaatst ons onder de wet van het Nieuwe Verbond. Vooral zijn brieven zijn vol instructies, bevelen, vermaningen, waarschuwingen en oproepen tot heiliging – maar dit is niet op basis van het Mozaïsche Verbond, maar op basis van de genade en de kracht van de Heilige Geest.

Paulus roept ons daarom op het voorbeeld van zijn onderwijs te volgen: ‘Maar God zij dank: u was wel slaaf van de zonde, maar nu bent u van harte gehoorzaam geworden aan het voorbeeld van de leer waaraan u overgegeven bent’ (Rom. 6:17).

Wij zijn overgeleverd aan het voorbeeld van de leer van Paulus. Dit betekent dat het onderwijs van de apostel Paulus toonaangevend is voor de gemeente. Dit doet geen afbreuk aan het onderwijs van de andere apostelen; integendeel, het onderwijs van Paulus is daarop een aanvulling, maar dat het een bijzondere positie inneemt, is overduidelijk.

‘Maar nu zijn wij ontslagen van de wet, gestorven aan dat waaraan wij vastgebonden zaten, zodat wij in nieuwheid van Geest dienen, en niet in oudheid van letter’ (Rom. 7:6).

Wij zijn dienaars van het Nieuwe Verbond, staan niet meer onder de Mozaïsche wet (vgl. 2 Kor. 3:6) en zijn niet langer gebonden aan de gehoorzaamheid van de wet, maar aan de geloofsgehoorzaamheid, namelijk aan de geboden van Jezus, de wet van de Geest en van de liefde.

Tot zover deel 6 van “De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep” 2022-02. Geschreven door Norbert Lieth

Vergelijkbare berichten