Kracht van het Evangelie en de gezindheid
De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 13.
De kracht van het Evangelie
‘U zoekt immers een bewijs dat Christus in mij spreekt, Die ten opzichte van u niet zwak is, maar Die krachtig is onder u’ (2 Kor. 13:3).
Een paralleltekst hierbij is 1 Korintiërs 15:1-3: ‘Verder maak ik u bekend, broeders, het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, dat u ook aangenomen hebt, waarin u ook staat, waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften.’
Het is fascinerend om te zien welke hartstocht de apostel Paulus ontwikkelde om het Evangelie te verkondigen. Daarvan liet hij zich door geen enkele tegenslag of vijandigheid afbrengen. De apostel kende de onbedwingbare veranderende kracht van het Evangelie dat hij en de andere apostelen verkondigden. Maar alleen hij was het die sprak over deze kracht van het Evangelie in letterlijke zin.
‘Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek’ (Rom. 1:16). ‘Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God’ (1 Kor. 1:18).
Kracht van God
Milton Vincent schrijft over de kracht van het Evangelie: ‘Buiten de hemel is de kracht van God in zijn hoogste concentratie te vinden in het Evangelie. Dit moet zo zijn, want de Bijbel noemt het Evangelie twee keer een ‘kracht van God’. Niets anders in de gehele Schrift wordt op deze manier beschreven, behalve de persoon van Jezus Christus.
Dit geeft aan dat het Evangelie niet alleen kracht heeft, maar dat daarin de ultieme kracht van God ligt en dat het daarin haar grote werk doet. Natuurlijk blijkt de kracht van God ook uit vulkaanuitbarstingen, uit de onvoorstelbare hitte van onze reusachtige zon en uit de recent ontdekte ster die met een snelheid van 2,4 miljoen km/u door het heelal onderweg is. Maar zulke wonderen worden in de Schrift nooit ‘kracht van God’ genoemd.
Hoe krachtig moet dan het Evangelie wel niet zijn dat het een dergelijke titel verdient! En hoe verstrekkend zouden de gevolgen van de verlossing in mijn leven zijn, als ik het Evangelie in geloof zou grijpen en het elke dag de centrale plaats in mijn gedachten zou laten innemen!’ (‘Das Evangelium im Alltag’ , Milton Vincent, EBTC, pag.26-27).
Als christenen moeten wij net als de apostelen een hartstocht ontwikkelen voor de verspreiding van het Evangelie. Deze hartstocht van Paulus was ook een hartstocht de hem veel leed berokkende. Iedereen die zonder compromissen wil opkomen voor het Evangelie, zal ervaren dat daar lijden bij komt kijken. Paulus ervoer dit onder andere door afwijzing.
‘U zoekt immers een bewijs dat Christus in mij spreekt, Die ten opzichte van u niet zwak is, maar Die krachtig is onder u …’ (2 Kor. 13:3).
Evangelie van Paulus is het doorgaande Evangelie van Jezus
Sommigen beweren dat je hoofdzakelijk in de evangeliën en minder in de brieven moet lezen. In de evangeliën zie je Jezus en in de brieven alleen Paulus. Maar wat een grote vergissing als je in die val trapt en je door deze gedachten gevangen laat nemen. Bij velen is dit helaas het geval. Zij beseffen niet dat het Evangelie van Paulus het doorgaande Evangelie van Jezus is en dat Christus in hem spreekt (2 Kor. 13:3).
Ook de Korintiërs vonden het blijkbaar moeilijk te geloven dat de woorden van de apostel voortkwamen uit goddelijk gezag. De titel die Scofield gaf aan de 2e Korinthebrief, is: ‘De autoriteit van Paulus’. Helaas is dit in de loop van de geschiedenis nauwelijks veranderd. In de volgende gedeelten gaat het verder over Paulus als een apostel met een bijzondere roeping en bijzondere positie.
De gezindheid van Paulus
‘Daarom schrijf ik u dit terwijl ik afwezig ben, opdat ik, wanneer ik aanwezig ben, niet streng hoef op te treden, overeenkomstig de volmacht die de Heere mij gegeven heeft tot opbouw en niet tot afbraak’ (2 Kor. 13:10).
Het is de gezindheid die telt. Een leidinggevende kan zijn machtspositie tonen door zijn ondergeschikten te onderdrukken. Maar hij kan zijn positie ook gebruiken om te stimuleren, om moed in te spreken en om zo nodig op de juiste manier te vermanen. Met als doel: opbouw en niet afbraak.
Oudsten van een gemeente kunnen met elke stap en elk gebaar aangeven dat zij de baas zijn. – Wat evenwel een bewijs van onvermogen zou zijn. Geestelijken in de staatskerken vestigen de aandacht op hun gezag door uiterlijk vertoon, met pracht en praal en door middel van kleding. De geschiedenis laat zien hoeveel schade en vernieling hierdoor al is aangericht.
Gezagshouding van Paulus als voorbeeld
Paulus heeft dat allemaal niet nodig. Hij bevestigt weliswaar ook zijn buitengewone apostolische volmacht aan de Korintiërs. Hij weet ook hoe hij moet vermanen. Maar hij benadrukt waar het hem om gaat. ‘Want ook als ik mij nog meer zou beroemen op onze volmacht, die de Heere ons gegeven heeft tot opbouw en niet tot uw afbraak, dan zou ik nog niet beschaamd worden’ (2 Kor. 10:8).
Je moet de moed hebben de dingen bij hun naam te noemen; je kunt niet alles van tafel vegen. Ook moet je niet toestaan dat je positie wordt ondermijnd. Het hangt echter af van de manier waarop je dat doet, vooral met welke gezindheid.
Paulus zou beslist het gezag hebben gehad om zelf naar Korinthe te komen om dit te bewijzen. Maar hij wil niet de zoveelste tiran in de geschiedenis worden, maar een dienstknecht van Christus met de gezindheid van Christus. Daarom voert hij geen strijd naar het vlees. En hij neemt elke gedachte gevangen [om die te brengen] tot de gehoorzaamheid van Christus:
‘Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees. De wapens van onze strijd zijn immers niet vleselijk, maar krachtig door God, tot afbraak van bolwerken. Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus’ (2 Kor. 10:3-5).
Niet afbreken maar opbouwen
De grote motivatie van de apostel is dus niet om af te breken maar om op te bouwen. Hij wil de volmacht die Heere hem heeft gegeven, niet gebruiken tot afbraak, maar tot opbouw. Hiervan kunnen wij veel leren.
Het is gemakkelijk om iets kapot te maken dat daarna nauwelijks meer kan worden gerepareerd of goedgemaakt. -Of het nu in het huwelijk is, in de opvoeding, in de omgang met de naasten of binnen de gemeente-. Oudsten kunnen bijvoorbeeld op hun gezag teruggrijpen en streng optreden, maar voordat zij dat doen (wat soms beslist nodig kan zijn), moeten zij alles doen wat in hun vermogen ligt om wegen van opbouw na te streven.
En dat is wat iedere christen moet doen: ‘Een dienstknecht van de Heere moet geen ruzie maken, maar vriendelijk zijn voor allen, bekwaam om te onderwijzen, en iemand die de kwaden kan verdragen. Hij moet met zachtmoedigheid hen onderwijzen die zich verzetten. Misschien geeft God hun eens bekering, zodat zij tot erkenning van de waarheid komen’ (2 Tim. 2:24-25).
Tot zover deel 13 van “De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep” 2022-10. Geschreven door Norbert Lieth.