Kennis en schatten van wijsheid
De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 12.
De kennis van Paulus
‘Want ik ben van mening dat ik in niets minder ben geweest dan de apostelen bij uitstek. En al ben ik onbedreven in het spreken, ik ben dat niet in kennis. Integendeel, wij zijn in elk opzicht in alles onder u bekend geworden’ (2 Kor.11:5-6).
Paulus is in niets minder geweest dan de apostelen ‘bij uitstek’. Waarschijnlijk bedoelt hij zijn uitspraak enigszins ironisch, omdat zijn ambt in Korinthe werd betwist. Hij kan absoluut gelijkgesteld worden met de andere apostelen. En ook elders vestigt hij de aandacht op de tekenen van een apostel (2 Kor. 12:12). Later benadrukt hij dat hij dingen heeft meegemaakt en openbaringen heeft ontvangen die zelfs verder gingen dan [die van] de andere apostelen.
Maar bovenal spreekt hij over zijn kennis. Wat het spreken betreft beschrijft hij zichzelf als onbedreven – wat waarschijnlijk ook ironisch bedoeld is, want de hoogmoedige Korintiërs hadden hem dat verweten. Maar zijn toespraak op de Areopagus bijvoorbeeld laat iets anders zien, ook de stijl van zijn brieven.
Misschien gebruikt hij echter juist deze tegenstelling des te meer om te wijzen op iets veel belangrijkers, namelijk op zijn kennis. En dat wij er goed aan doen daar aandacht aan te schenken. Zijn kennis is belangrijker dan bedreven te zijn in het spreken. In deze kennis is hij onder hen bekend geworden – het lag dus open voor hen, maar zij waren er duidelijk minder mee bezig dan met de dingen eromheen. De Korintiërs vergeleken Paulus met anderen en maakten een afweging.
In Christus al de schatten van wijsheid en kennis
Paulus benadrukt dat in Christus al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn (Kol. 2:3). Het lijdt geen twijfel dat de apostel Paulus veel van deze schatten aan het licht mocht brengen. De meeste van deze schatten zijn te vinden in zijn brieven, en het is niet voor niets dat zij de meest centrale en grootste plaats innemen in het Nieuwe Testament.
Dit betekent voor ons: Alleen wanneer wij er zelf naar streven, om te groeien in de veranderende, God verheerlijkende kennis van Jezus, die niet opgeblazen en hoogmoedig maakt (1Kor. 8:1), kunnen wij onze medechristenen dieper naar deze prachtige waarheden toeleiden en sterken. De diepste inzichten vinden we echter in de brieven van Paulus.
In het volgende hoofdstuk gaat de apostel dieper in op zijn kennis en op het belang om er acht op te slaan.
De Openbaring van Paulus
‘Te roemen is werkelijk niet gepast voor mij, want ik zal komen op verschijningen en openbaringen van de Heere. Ik ken namelijk een mens in Christus, veertien jaar is het geleden – of het in het lichaam gebeurde, weet ik niet; of buiten het lichaam, ik weet het niet; God weet het – dat zo iemand tot in de derde hemel werd opgenomen.
En ik weet van deze mens – of het in het lichaam of buiten het lichaam [gebeurde], weet ik niet; God weet het – dat hij werd opgenomen in het paradijs en onuitsprekelijke woorden heeft gehoord, die het een mens niet is geoorloofd uit te spreken.
Over zo iemand zal ik roemen, maar over mijzelf zal ik niet anders roemen dan in mijn zwakheden. Want gesteld dat ik zou willen roemen, ik zal niet dwaas zijn; ik zal immers de waarheid spreken. Ik onthoud mij daar echter van, opdat niemand méér van mij denkt dan wat hij aan mij ziet of van mij hoort.
En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen’ (2 Kor. 12:1-7).
Openbaring is het afnemen van een sluier
Een openbaring is het afnemen van een sluier. Vele dingen van Gods raadsbesluit waren verborgen, totdat zij aan de apostel Paulus werden geopenbaard. Voor deze bijzondere openbaringen heeft Paulus ook nog verdrukkingen moeten ondergaan (Kol. 1:24-25).
Paulus spreekt er nederig over dat hij is opgenomen in de derde hemel. Dit is de plaats waar God woont en waar de gemeente onder leiding van Paulus, haar Thuis heeft. Hij is opgenomen in het paradijs dat eens zal komen op de nieuwe aarde en waarheen de Heere de misdadiger aan het kruis riep.
Deze ervaring benadrukt de bijzondere positie van Paulus voor de gemeente. Wij weten niet wat hij daar allemaal gezien en gehoord heeft, maar we weten wel dat daar alle diepe geestelijke en onschatbare zegeningen liggen die aan de gemeente zijn gegeven. Dat Paulus daarheen gebracht wordt, toont zijn bijzondere opdracht voor de gemeente.
Laten we bedenken dat Paulus daar dingen heeft gehoord die niemand in die tijd mocht of kon zeggen. Maar ik denk dat het om openbaringen ging die hij later, toen de tijd er rijp voor geworden was, mocht meedelen – wat hij immers in zijn latere brieven ook heeft gedaan. Deze openbaringen beschrijft hij als ‘het allesovertreffende karakter van de openbaringen’, dat wil zeggen, die veel verder gaan dan normaal.
Belang van de brieven van Paulus
En omdat hij zulke buitengewone openbaringen, rechtstreeks van de Heere Zelf heeft ontvangen en daarvoor zelfs opgenomen is geweest in de hemel, moet men zijn brieven niet alleen globaal behandelen. Integendeel, zij moeten beslist worden aanbevolen.
‘Ik ben door te roemen dwaas geworden! U hebt mij daartoe gedwongen, want ik zou door u aanbevolen moeten worden. Ik ben immers in niets minder geweest dan de apostelen bij uitstek, hoewel ik niets ben. De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten’ (2 Kor. 12:11-12).
In plaats van de apostel Paulus en zijn leer, die hij van de Heere ontving, aan te bevelen, wordt deze helaas op veel plaatsen terzijde geschoven. Paulus wordt ook vandaag de dag nog verguisd, maar dat is slechts wat de vijand van God wil bereiken. Wie Paulus en zijn door God gegeven openbaringen verwaarloost, verliest belangrijke bouwstenen voor de geestelijke opbouw.
Tot zover deel 12 van “De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep” 2022-10. Geschreven door Norbert Lieth.