Paulus’ bekering als profetisch beeld (2)
De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 3 (vervolg).
Meer en meer gesterkt worden in het Woord
Daarna lezen wij hoe Paulus in het Woord ‘meer en meer’ gesterkt werd en aantoonde dat Jezus de Christus is (Hand. 9:22).
Paulus had dus de Schriften van het Oude Testament bestudeerd en uitgewerkt dat zij naar Jezus wijzen. Andere rabbijnen hebben echter helaas het omgekeerde gedaan, namelijk ervoor gezorgd dat teksten die naar de Messias verwijzen, niet in de synagoge worden gelezen.
De Heilige Geest doet een beroep op ons verstand. Wij mogen argumenten, bewijzen, logische conclusies aanvoeren om aan te tonen dat Jezus de Verlosser is. De Geest wil dit alles gebruiken in Zijn kracht.
‘Meer en meer gesterkt worden’. – Daarvoor is het nodig dat wij geestelijk in het Woord toenemen, groeien en gesterkt worden, waartoe Paulus later ook oproept: ‘… opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en van openbaring geeft in het kennen van Hem, namelijk verlichte ogen van uw verstand, om te weten wat de hoop van Zijn roeping is, en wat de rijkdom is van de heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen, en wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht’ (Ef. 1:17-19).
Een theoloog liet zich als volgt uit over de Bijbel: ‘Wij zullen er net zoveel in vinden als we erin zoeken: iets groots en goddelijks, als we iets groots en goddelijks zoeken, iets nietigs en historisch, als we iets nietigs en historisch zoeken – helemaal niets, als we helemaal niets zoeken.’
En Isaac Newton zei: “Allemaal voor mij! Wij moeten het Evangelie niet lezen als een notaris dat bij een testament doet, maar zoals de rechtmatige erfgenaam het leest. De erfgenaam zegt bij elke zin tegen zichzelf vol vreugde en met gejubel: ‘Dit is voor mij, dit is allemaal voor mij’.’’
Ik zou daaraan willen toevoegen dat ook wat niet direct voor ons bestemd is, bijvoorbeeld de beloften aan Israël, maar ons toebehoren voor zover wij ervan leren, gesterkt worden in ons geloof en de verbanden beter begrijpen. Wij hebben de geest van openbaring nodig om Hemzelf te kennen. Laten wij daarnaar streven, want alleen zo zullen wij gesterkt worden en alleen zo zullen wij de rijkdom van onze erfenis (h)erkennen.
Vervolging
‘En toen er veel dagen verlopen waren, beraadslaagden de Joden om Hem te doden’ (Hand. 9:23). – Dit lijden had de Heere hem bij zijn roeping aangekondigd: ‘Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam’ (v. 16).
Buitengewone genade en buitengewoon lijden maakten deel uit van zijn geestelijke levensweg en liepen parallel aan elkaar. Natuurlijk was er veel succes, maar het ging gepaard met veel lijden. – Hoe zag dan de triomftocht van Paulus eruit (2 Kor. 2:14) met het evangelie van genade dat hem was toevertrouwd? Van Handelingen 9 tot 2 Timotheüs 4 één zuivere lijn van lijden. Als God hem tussendoor bemoedigde met een profetisch woord, door engelen of door broederen, dan was dat juist omdat hij zoveel leed: ‘… behalve dan dat de Heilige Geest van stad tot stad getuigt dat mij boeien en verdrukkingen te wachten staan’ (Hand. 20:23).
Aan Paulus was niet beloofd: ‘Ik zal je power zijn, je buitengewone volmacht, iedereen zal aan je voeten liggen, je toejuichen en zich over je verwonderen. Ik zal je een overvloed aan materiële goederen geven, zodat je nooit meer zelf hoeft te werken, en ik zal alle wegen voor je effenen. En overal waar je komt zullen er grote opwekkingen zijn.’ – Neen, maar integendeel: ‘Haast u en ga met spoed uit Jeruzalem weg, want ze zullen uw getuigenis over Mij niet aannemen’ (Hand. 22:18). – Lijden, gebrek, ziekte, vervolging en verdrukking vergezelden hem gedurende zijn hele leven. En op het einde werd hij ter dood gebracht.
Met betrekking tot de gemeente staat er: ‘… en zij versterkten de zielen van de discipelen, spoorden hen aan in het geloof te blijven en zeiden dat wij door veel verdrukkingen in het Koninkrijk van God moeten ingaan’ (Hand. 14:22).
Wondertekenen hielden op toen het evangelie zich verspreidde buiten Israël en ingang vond in de niet-Joodse wereld. Wonderbaarlijke activiteiten kwamen op de achtergrond en gebed en praktische instructies voor genezing kwamen op de voorgrond. Daarom moeten wij ons niet alleen beroepen op de Evangeliën en Handelingen, waarin nog meer wonderen worden vermeld. Met het op een eind lopen van de tijd van de apostelen hielden deze wonderen grotendeels op. Hebreeën 2:4 beperkt de wonderbaarlijke activiteit tot de apostolische tijd. Vandaag de dag hebben we het gebed. Zonder twijfel blijft God wonderen doen, maar het is niet te vergelijken met toen. Omdat met deze realiteit geen rekening wordt gehouden, lijden vele christenen des te meer, omdat zij denken dat het nog net zo zou moeten zijn als in de tijd van de apostelen.
Grotere vrijmoedigheid
‘En hij ging in Jeruzalem met hen in en uit. En hij sprak vrijmoedig in de Naam van de Heere Jezus; ook sprak en redetwistte hij met de Griekssprekenden, maar die probeerden hem te doden’ (Hand. 9:28-29).
Wij zullen telkens weer op de proef worden gesteld in ons getuigenis voor Jezus. Enerzijds zal de Heilige Geest ons vrijmoedigheid en wijsheid geven, Hij zal ons ruimte geven en de grenzen verleggen. Maar anderzijds kan er ook meer weerstand ontstaan. Wij moeten ons hiervan bewust zijn en niet verbaasd zijn wanneer het gebeurt. – Vooral wanneer men het belang van het Evangelie inziet, het ter harte neemt en het doorgeeft, zoals het aan Paulus was toevertrouwd.
Tot zover de tweede helft van deel 3 van “De bijzondere gevolmachtigde: Over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep” 2022-01 Geschreven door Norbert Lieth.