Een andere geestelijke werkelijkheid
We zien het dagelijks om ons heen, je kunt Boeddha nergens ontwijken. Als ik naar het tuincentrum in mijn woonplaats ga en de hal binnentreed, loop ik tussen twee grote Boeddhabeelden door. Het voelt als een inwijdingsritueel. Je zou het niet moeten willen. Het voelt als een toelatingseis, je moet je overgeven, net als het ritueel van de schoenen uit voor Allah in de moskee. Zonder dat we het in de gaten hebben rukt de geest van het boeddhisme op in onze cultuur en in onze theologie.
“Als je er niet zelf diep in hebt gezeten kun je niet weten wat het Boeddhisme inhoudt.” Die uitspraak komt van Martin Kamphuis, die een boek schreef over zijn ervaringen in de zoektocht naar de ware rust die het boeddhisme belooft. Na jaren ontdekte hij dat hij de rust niet had gevonden en dat eigenlijk alles gebaseerd is op leugen. De rust die uitstraalt van Boeddhabeelden lijkt veelbelovend, maar de werkelijkheid is anders.
Martins eerste leermeester in India suggereerde dat Hitler een bijna verlichte ziel was en de moord op de zes miljoen Joden misschien wel eens een goede daad kon blijken. Het zou de trots van de Joden breken en zo zouden ze zelf ook de verlichting kunnen bereiken.
De boeddhistische verlichting helpt om het goede van het kwade te onderscheiden, want die zijn met elkaar verweven. Achter het kwaad moet je verlichte energie leren zien en kennen. Maar de schijnbare rust van het Boeddhabeeld verhult een duistere macht waaraan de mens onderworpen wordt als hij zich ermee inlaat. Achter het Boeddhisme zit een geest. Omdat het geestelijke in onze Westerse wereld een onbekend fenomeen is geworden, besteden we daar nooit enige aandacht aan. Sterker nog: de meesten worden woedend als je deze dingen aan de orde stelt.
STIEKEME INSLUIPING
Heeft deze geest ook het christendom ontdekt en dringt die daarin binnen? Absoluut! Het is niet altijd direct aan te wijzen en je moet er enige moeite voor doen. Kinderen op de kleuterschool leren om mandala’s te maken en de juf vertelt dat ze er zo heerlijk rustig van worden. Dat is haar eigen boeddhistische overtuiging die afstraalt op de kinderen. Ouders weten dat meestal niet, de juf zelf soms ook niet. De ouders zien een rond kunstwerkje in de mandala.
Een mandala komt uit het Tibetaanse boeddhisme en beeldt de kosmos uit. Het midden is het concentratiepunt, waarnaar je lang moet kijken en waardoor je wordt geholpen bij het mediteren. Afhankelijk van het motief beeldt het centrum van de mandala iets uit van Boeddha of van goden en demonen. Voor kinderen, maar ook voor volwassenen zijn allerlei mandalakleurplaten te koop. Bij de gebruiksaanwijzing staat: ‘Zoek een rustige plek uit om te gaan zitten; denk niet te veel na over de kleuren en de combinaties ervan, maar laat uw instinct u begeleiden, Nadat u bent begonnen met de eerste kleur volgt de rest vanzelf.’
In feite is dit al het begin van de boeddhistische meditatie. Daarom schaart men het onder de spirituele kunst.
OOK IN KERK EN THEOLOGIE
Ook in kerk en theologie dringt het boeddhisme en haar praktijken door, zonder het natuurlijk als zodanig te erkennen of te benoemen. Niet alleen dat in historische kerken soms mandala’s in de ramen zijn aangebracht, maar ook praktijken in de charismatische wereld. Een vrouw vertelde mij dat ze in aanraking kwam met mensen die haar zouden bevrijden van innerlijke gebondenheden. Met valse profetie werd ze hun kring binnengetrokken. Er werd met haar en voor haar gebeden. Toen kwam er tijdens het gebed een profetie. Iemand zei: “Ik zie een klein meisje van twaalf of dertien jaar die erg eenzaam en verdrietig is. Haar ouders begrijpen haar niet, ze moet haar eigen weg kiezen…”
“Toen deze profetie kwam, moest ik ineens erg huilen, want dit ging over mij,” vertelde ze. Nu weet iedereen dat bijna alle meisjes van dertien jaar weleens eenzame en verdrietige momenten kennen. De zogenaamde profetie was dus een schot in de roos, waarbij de vrouw zich overgaf aan de zogenaamde therapie. Ze had er uiteindelijk geen baat bij.
Anderen zeggen: ‘Wat je bidt, moet je ook ontvangen. Want we leven immers in het koninkrijk.’ De Boeddha zei het al: “Een man is wat hij denkt.”
De Koreaanse voorganger Paul Yonggi Cho zei: “Als je God vraagt om een nieuwe auto, moet je merk en kleur erbij vragen en alle andere details in gedachten nemen. Dan krijg je wat je bidt. Wat je denkt ontvang je.” Hij schreef er een heel boek over. Hierin krijgt de waarheid van de Bijbel te maken met de leugen van de religie en wordt alles in het leven leugenachtig. In 2004 is Cho wegens ernstige fraude in zijn land, Zuid-Korea, veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijke gevangenisstraf en vijf miljoen US-dollar boete.
Zijn stelling was echter een boeddhistische waarheid die hij aan zijn christenleven had toegevoegd.
KUNDALINI
Kundalini is een dominante stroming in het boeddhisme/hindoeïsme die de nadruk legt op het energiekanaal in het menselijk lichaam. Die kanalen kronkelen zich verticaal als twee slangen van onderen naar boven, tot in het hoofd. Daar werkt het genezende aspecten uit. Het voorhoofd is het centrale uitgangspunt. Het ziet er aanlokkelijk uit. Het bewerkt gezondheid en vitaliteit, een leven vanuit je hart en brengt je in contact met de hemel. Via devotionele liederen belooft men dat het de gewenste rust zal brengen, de viering van het leven in dankbaarheid. De muziek voert je mee in een nieuwe ruimte van hoop, goddelijkheid en grenzeloze energie. Bij tal van kundalini-bijeenkomsten in India raken mensen in een soort trance, ze vallen om en verliezen het bewustzijn, of maken dierlijke geluiden en vertonen oncontroleerbare schokbewegingen en rollen over de grond. Sommige praten ook in onverstaanbare taal.
LACHEN IN DE GEEST
De Zuid-Afrikaanse prediker Rodney Howard Browne introduceerde lachen in de geest, een ongecontroleerd langdurig lachen. Al deze dingen gaan samen met de boeddhistische leer van het zich welbevinden: rust verkrijgen, genezing bewerken, een geestelijke balans vinden door meditatie en yoga – alles is gericht op de restauratie van het eigen-ik.
Hoe anders is de leer van de Bijbel. Die kijkt niet naar binnen, naar het eigen-ik, maar naar buiten, naar Christus. De Bijbel leert ons verlost te worden, niet door meditatietechnieken of andere fenomenen, maar door geloof en toewijding aan de Here Jezus en de geboden van de Schrift.
MINDFULNESS
De laatste tijd dreigt een nieuwe ‘techniek’ zich van het pastoraat meester te maken: Mindfulness. Een techniek uit het boeddhisme, maar men heeft het ‘verchristelijkt’ door het Mindfulness in Christus te noemen.1 Men zegt: ‘De boeddhisten hebben heel belangrijke principes van het leven ontdekt, die wij uit het oog hebben verloren. Wij moeten die her-ontdekken.’ Er zijn cursussen waarin je mindfulness kunt leren en hoe je het met de Bijbel kunt verenigen. Er worden meditatietechnieken gegeven en dingen als Aandacht, Stilte, Adem en lijf en het versterken van het eigen-ik zijn er de onderdelen van. Het gaat in wezen om de boeddhistische zelfverlossing, waarbij Christus en Zijn kruisoffer niet meer nodig zijn.
De Bijbel zegt: ‘Christus Jezus is ons van God geworden: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing’ (1 Korintiërs 1:30).
Feike ter Velde
Dit artikel is overgenomen uit het Levend Water Magazine