Toen Jezus rondliep op aarde, in Israël, heeft Hij veel verteld over de toekomst van deze wereld en over de toekomst van de mensen. Jezus’ leerling Matteüs heeft heel veel uitspraken van Jezus over de toekomst in een lange rede bij elkaar geplaatst (Matteüs 24 en 25). Marcus en Lucas hebben die onderwerpen meer verspreid in hun boek gezet. Maar hun teksten komen wel op hetzelfde neer, al zijn er ook verschillen. Want de een heeft andere uitspraken van Jezus benadrukt dan de ander.
Rede over de toekomst
In dit artikel wil ik jullie graag meenemen naar een paar teksten die we vinden in Matteüs 24 en in Lucas 17. In die hoofdstukken vertelt Jezus het nodige over de toekomst, over de eindtijd.
Dan heeft Jezus het op een gegeven moment over steeds twee mensen:
Mat.24: 39b-42 Zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt. Dan zullen er twee op het land aan het werk zijn, van wie de één zal worden meegenomen en de ander achtergelaten.
Van twee vrouwen die met de molensteen aan het malen zijn, zal de ene worden meegenomen en de andere achtergelaten. Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.
Luc.17: 34-35 Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de één zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
Twee vrouwen zullen samen aan het malen zijn: de één zal worden meegenomen, de ander achtergelaten.
Matteüs heeft deze teksten gekoppeld aan de komst van Jezus. Hij zegt immers dat ‘wanneer de Mensenzoon, Jezus zelf, komt, dan zullen er twee…’
Lucas heeft dit in de tekst schijnbaar op een ander moment in de tijd geplaatst. Maar dat wil niet zeggen dat de vertellingen van Jezus over de toekomst door zowel Matteüs als Lucas per se in chronologische volgorde zijn gezet. Wellicht hebben beiden die uitspraken van Jezus gehoord en veel later opgeschreven. Misschien is daardoor de volgorde wat anders geworden. Want zij zullen vast niet altijd begrepen hebben wat Jezus met deze uitspraken precies bedoeld heeft. Marcus en Johannes hebben het zelfs helemaal niet over deze uitspraken van Jezus.
Vertaalprobleem of interpretatieprobleem?
In de traditionele visie van de kerken worden deze teksten als moeilijk ervaren. Om dat een beetje te omzeilen wordt dan het woord ‘meegenomen’ nogal eens vertaald met ‘aangenomen’. De teksten krijgen dan een betekenis in de trant van dat als je gelooft in God en Jezus, dan wordt je aangenomen en als je dat niet gelooft, dan wordt je afgewezen. Dit speelt zich in die visie af op de dag van het oordeel.
We gaan eens beter kijken naar de betekenis van dat woord ‘zal worden meegenomen’ (Grieks: paralemphthesetai). Daar zit de betekenis in van ‘met zich meenemen’ en kan zelfs ‘met zich meegrissen’ betekenen. Zoals een dief iets meegrist. Het duidt een activiteit aan, die je niet terugvindt in een vertaling met ‘aangenomen’. Het lijkt er dan ook niet zozeer op dat het hier gaat om een aanneming of afwijzing op de dag van het oordeel. Het lijkt veel meer op een actieve gebeurtenis die ergens in de toekomst zal plaatsvinden.
Het moment van meenemen bij Johannes
Die actieve gebeurtenis op een heel ander moment in de tijd, wordt in de tekst bij Matteüs al uitgetekend. Het zal volgens hem zijn op de dag dat de Mensenzoon komt. Het is de dag die overeenkomt met wat Jezus vertelt in Johannes 14: 1-4, waar het volgende staat:
‘(1) Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. (2) In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? (3) Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. (4) Jullie kennen de weg naar waar Ik heenga.’
Jezus zegt hier dat wanneer Hij in de hemel voor de gelovigen plaats bereid heeft, dat Hij dan zal terugkomen om ‘jullie’, de gelovige christenen, met zich mee te nemen. Dit betekent dat de ‘anderen’, de mensen die niet in Jezus geloven, zullen worden achtergelaten.
Dat is precies wat er gebeurt wanneer er twee mensen samen zijn: de één zal worden meegenomen en de ander zal achterblijven. Ook in Paulus’ eerste brief aan de mensen in Tessalonica vertelt hij dat Jezus op een dag zal komen om hen die in Hem geloven te komen ophalen (1 Thess.4: 13-17).
Hoe letterlijk moet je die teksten nemen?
Jezus en Paulus vertellen beide over die gebeurtenis. Beide spreken ze over een moment in de tijd waarop zij die in Jezus, in God geloven zullen worden opgehaald, of meegenomen. De mensen die niet geloven zullen achterblijven.
Het lijkt erop dat deze enorme gebeurtenis in de wereld, op een dag zal plaatsvinden. Ik denk, op basis van veel andere Bijbelse voorspellingen, dat dit al in de redelijk nabije toekomst zal gebeuren.
Jezus spreekt in de bovengenoemde teksten van Matteüs en Lucas over steeds twee mensen die iets doen. Twee werken op het land, twee werken met de molen, twee liggen in bed. Het gaat er hier niet om wat die mensen precies doen, het zijn voorbeelden. Je kunt ze naar believen uitbreiden en verplaatsen naar de tegenwoordige tijd, terwijl het er ook niet per se twee hoeven te zijn. Je zou best kunnen zeggen dat een deel van de mensen die in de stad of het dorp lopen zal worden meegenomen. Een deel van de mensen die in de fabrieken werken, of in de ziekenhuizen, in de kantoren of in het transport, zullen worden meegenomen.
Dat Lucas erbij zegt dat twee mensen in bed zullen liggen, betekent allicht dat het om een wereldwijde gebeurtenis zal gaan. Want waar in de ene helft van de wereld mensen aan het werk zijn, daar slapen ze in de andere helft van de wereld. En ook daar zal een deel van slapende mensen de volgende morgen wakker worden, terwijl degene die er ’s avonds nog was, dan meegenomen, verdwenen zal zijn. In andere huizen zal helemaal niemand meer zijn, in weer andere zal iedereen daar nog aanwezig, achtergelaten zijn.
Het gevolg: totale chaos
Er hoeft maar weinig te gebeuren om een land in chaos te storten. Als 20% van de bevolking meegenomen zal worden, dan zal de economie tot stilstand komen. Op veel cruciale functies zullen mensen verdwenen zijn, waardoor fabrieken en kantoren, ziekenhuizen en het transport tot stilstand komen. Maar ook bij de politie, de zorg, het onderwijs, in winkels en op boerderijen zal een heleboel tot stilstand komen. Er zal veel tijd nodig zijn om de maatschappij weer aan de gang te krijgen. Intussen breekt dan de chaos uit, want mensen zullen gaan hamsteren en plunderen. De misdaad zal enorm toenemen, het recht van de sterkste zal gaan gelden.
Hier schets ik alleen maar een logisch scenario van de gevolgen wanneer alle gelovige christenen in de wereld worden meegenomen naar Jezus, naar de hemel. Dit scenario wordt zelfs letterlijk in de Bijbel zo uitgetekend. De Bijbel noemt dit ‘de Dag van de Heer’, of de zevenjarige verdrukking. De Bijbel zegt zelfs dat die ‘Dag van de Heer’ plotseling zal aanbreken, als een dief in de nacht, voor de mensen die niet geloven (1Tess.5:1-6).
Ontkomen aan de chaos
Er is maar 1 mogelijkheid om te ontkomen aan die rampzalige tijd van chaos, strijd, misdaad en terreur. Dat is, dat je gelooft in Jezus Christus en zijn dood en opstanding. En dat je gelooft in God en in de waarheid van de Bijbel. Als je dat nog niet gelooft, maak er dan werk van en verdiep je in de Bijbel. Zoek een kerk en ga het gesprek aan. Zorg dat je weet wie Jezus is, wie God is. Maak de goede keuze.
De Bijbel vertelt ons dit alles niet om mensen bang te maken, maar om iedereen te waarschuwen. Zodat iedereen op tijd de juiste keuze kan maken. Zolang de christenen nog op aarde zijn, is er nog tijd om je te bekeren. Als zij verdwenen zijn, heb je des temeer redenen om je te bekeren, om het geloof in God en Jezus aan te nemen, maar ontkom je niet meer aan de chaos en de terreur. Zorg daarom dat je op tijd bent. Nu kan het nog!
Met dank aan en met toestemming van dhr. L. de Wit geplaatst van de website: www.levenindeeindtijd.nl