Wees niet bevreesd, want Ik ben met u; wees niet verschrikt, want ik ben uw God(Jes.41: 10)


Exodus

Exodus betekent “uitgang-uittocht”. In het Hebreeuws heet dit boek ”Namen”. Het eerste wat de nazi’s deden was iemands naam veranderen in een nummer. Iedere naam (of nummer) is bekend bij de Heere God. Exodus is ook het boek, waarin wij de groei en ook de bevrijding van Gods volk zien.

De nieuwe farao regeerde als een dictator en hij bedacht een zondebok zonder bewijzen. Hij was de belangrijkste man in dit wereldsysteem, maar niet voor de Heere God, want zijn naam wordt niet eens genoemd.

De namen van die twee vroedvrouwen die voor het leven kiezen wèl: Sifra (helderheid) en Pua (glansrijk). Gods verlossingswerk begon met twee vrouwen , die voor het leven kozen. De Heere beloonde hen met families (Ex.1:21). Het leven in het geloof staat ver boven de vrees van de wereld regeerders. Zo leefden de beide ouders van Mozes ook (Hebr.11:23).

De strijd om leven

Wij zien hier het duidelijke conflict tussen de kinderen van God en de kinderen van satan (1 Joh.3:10). De Heere gebruikt dat wat satan doet en schiet zichzelf altijd in zijn voet. Dit zien wij het duidelijkst op het kruis van Golgotha en dit mogen wij ook in ons eigen leven zien, Als wij de Heere van harte liefhebben, dan zullen al zijn aanvallen ten goede uitwerken.

De Heere is soeverein! Hij is bij machte om een vloek te veranderen in een zegen (Deut.23:5). Als die wet van het doden van de jongetjes niet van kracht was geweest, dan was Mozes niet in een mandje in de Nijl gelegd. Het feit dat hij gevonden werd door niemand anders dan de dochter van de farao. Het feit dat hij op tijd huilde en haar hart raakte (Ex.2:6). Dat is een voorbeeld, hoe wij ook in het leven mogen staan. Het was zijn eigen moeder Jochebed die hem mocht opvoeden. Zij werd er zelfs voor betaald. Wat zij die eerste jaren aan Geestelijke waarden in Mozes legde kon farao er niet meer uitkrijgen.

Het begon met vroedvrouwen en een echtpaar die een hogere wet gehoorzaamden. Het huilen van een baby op de juiste tijd. Miriam’s advies plus een moeder met melk. Dat waren de wapens, die de Heere gebruikte in Zijn oorlog tegen Egypte en farao.

Mozes als schaduwbeeld van de Heere Jezus

Mozes is ook een prachtig schaduwbeeld van de Heere Jezus. Ik zal er eentje noemen. Hij was de enige Jood, die nooit slaaf geweest is. Jezus is de enige Jood, die nooit een slaaf van de zonde geweest is.

De farao betaalde de opvoeding en de opleiding van de toekomstige verlosser. Mozes genoot van de koninklijke privileges en hij was in de lijn om farao te worden (Hebr.11:24).

Toen hij veertig was, werd hij zich bewust van zijn ware identiteit en dat de Heere God hem wilde gebruiken om Zijn volk te verlossen (Hand.7:25). Hij maakte de keuze om zich aan de Heere te wijden.

De lange weg tot Mozes’ leiderschap onder Gods leiding

Zijn motivatie was goed, zijn oprechtheid was zuiver, maar zijn acties werden hem noodlottig.

Toen hij zag hoe een Egyptenaar een Hebreër mishandelde, terwijl deze aan het werk was, besloot Mozes om in te grijpen. Hij keek naar links en naar rechts. Dat is niet de juiste afweging. Je moet niet handelen met de vraag: ‘Is het veilig?’, maar met: ‘Is het juist?’.

Hij doodde de Egyptenaar en begroef hem in het zand. Iemand had het wel gezien. Het nieuws ging rond als een lopend vuurtje. Deze berichten bereikten farao die daardoor Mozes wilde doden (Ex.2:15).

Mozes werd eerst ook niet aanvaard door zijn eigen volk. Hij moest vluchten. Zijn droom lag aan diggelen (Ex.2:12-14). Net als Jezus, die de eerste keer ook niet aanvaard werd door Zijn eigen volk (Joh.1:11).

Mozes moest vluchten en bereikte de woestijn van Midian. Hij kreeg een heel ander leven als man van één vrouw. Vader van twee zonen. Schapenhoeder voor je schoonvader. Mozes had zich op veertig jarige leeftijd geheel aan de Heere God gewijd. Hij wilde het werk voor God doen, maar hij had Hem aan de zijlijn laten staan.

Mozes is klaar voor Gods opdracht

Pas op zijn tachtigste pakte de Heere de draad met Mozes weer op. Dit leert mij duidelijk om niet te stoppen met leven!

Toen de Heere Mozes bij de brandende braamstruik ontmoette was het een andere Mozes (Ex.3). Hij was gestorven aan zijn bekwaamheid en zijn mogelijkheden. Zijn eerste vraag op Gods roeping om terug te gaan en zijn volk te bevrijden was: Wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? Had hij die vraag maar veertig jaar eerder gesteld. Toen had hij de instelling. Ik ben de man voor de klus.

De Heere negeerde deze vraag van Mozes want ‘Wie ben ik?’ is nooit de vraag waar het omgaat. De Heere antwoordde met ‘Ik zal met je zijn’ (Ex.3:12). Daar draait het om. Mozes reageerde met de vraag: ‘Wie bent U?’ Het is goed om daar ook over na te denken.

De Heere zei: ‘IK BEN, DIE IK BEN’. Dat moet je ook tegen de Israëlieten zeggen. De Heere maakt zich bekend als de eeuwige Aanwezige. Niet een God die bij de brandende braamstruik was en instructies gaf. Niet een God, die er zal zijn als het beloofde land bereikt is. Maar een God die er is en altijd werkt in de tegenwoordige tijd van het leven. Paulus schreef: ‘Hij, die U roept is getrouw. Hij zal het ook doen!’ (1 Thess.5:24). Wij zijn het middel, waardoor de Heere werkt.

Enkele persoonlijke lessen voor ons geloofsleven.

Die ervaring bij de brandende braambos leerde Mozes dat het niet aan het bosje ligt, maar aan degene die in het bosje brandt, zonder het te verteren. Toen A.W. Bush president werd hebben wij hem een boekje getuurd met de woorden ‘Any bush will do, as long as God is in the bush’.

Mozes moest het “omgewisselde leven” leren. Toen de zee opende kwamen de Israëlieten die achter het bloed van het paaslam schuilden, veilig aan de overkant. Alle Egyptenaren die niet achter het bloed schuilden, verdronken. Toen werd de Heere geprezen (Ex.15). Mozes’ naam werd niet genoemd. Ook Jozua bij Jericho. Zijn naam werd niet genoemd (Heb.11:30/Gal.2:20). “Niet ik maar Christus in mij” zien wij ook in (Hand.14:27). Wat God door hen gedaan heeft.

Totale gehoorzaamheid

De Heere had zoveel in Mozes geïnvesteerd, totdat hij bereid was (Ex. 4:24-28). Toch wilde de Heere hem doden. Hij had zijn vaderlijke positie niet ingenomen in zijn huis, door zijn zoon niet te besnijden. Ziporah begreep het en hielp hem uiteindelijk. Hij moest zijn eigen huis eerst in orde maken, voordat hij Gods huis kon gaan dienen.

Het Israëlische volk geloofde Mozes de tweede keer wel (Ex.4:31). Zo zal het ook zijn als de Heere Jezus voor de tweede keer bij hen komt. Dan zullen zij Hem aanschouwen, Die zij doorstoken hebben en zij zullen rouwen (Rom.11:26). En zo zal dan geheel Israel zalig worden.

Mozes die een moordenaar was werd de zachtmoedigste man van de hele wereld (Num.12:3). Hij werd 120 jaar oud, maar hij was tot het einde toe vol leven (Deut.34:7). De Heere Jezus is onze Leidsman en onze Voleinder van het geloof (Hebr.12:2).

Ik wist dat de Heere Jezus onze leidsman was, toen Hij het mij mogelijk maakte om christen te worden. Hij is ook de Voleinder van ons geloof. Hij gaat de hele weg met ons mee. Totdat wij bij Jezus zijn, mogen wij met Hem wandelen.

Het bosje bij Mozes was niet verteerd, want de Heere God leefde in dat bosje.

Jezus stierf voor mij om in mij te komen wonen en door mij heen te leven.

Met dank aan en met toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook www.johan-linda.com

Vergelijkbare berichten