In het vorige artikel hebben we gezien hoe het antisemitisme in Europa in de eerste helft van de vorige eeuw enorm toenam. Dat leidde tot enorme vluchtelingenstromen van Joden naar Palestina. Daar immers mochten ze vrij wonen volgens de Balfour-declaratie van de Britten, die er het beheer over hadden. Tussen 1920 en 1940 vluchtten er zo’n 250.000 Joden naar Palestina.

Door de grote toestroom van Joden uit alle delen van Europa was er een grote economische groei in het gebied en nam de welvaart sterk toe. Mede daardoor kwamen er tot 1945 ruim 500.000 Arabieren naar Palestina, want daar was werk en welvaart.

In 1945 woonden er zo’n 550.000 Joden en meer dan een miljoen Arabieren in Palestina. Vrijwel alle Arabische bewoners en immigranten waren islamitisch.

Het was dan ook vooral het religieuze aspect dat leidde tot verzet (zie: www.levenindeeindtijd.nl/de-haat-van-de-islam-tegen-israel/ ) tegen de Joodse bevolking van Palestina, hoewel ook Joodse misdragingen en onrecht meespeelde. Er ontstonden islamitische verzetsbewegingen, waardoor ook de Joden zich gingen organiseren. De Britten kozen steeds meer de kant van de Arabieren, mede vanwege de olie. Om een bloedige strijd in Palestina te voorkomen kwam de toen net opgerichte VN met een plan.

De VN besluit tot het ‘verdelingsplan’ tussen de Israëlieten en de Palestijnen

Eind november 1947 nam de VN resolutie 181 aan, die bekend geworden is als het ‘verdelingsplan voor Palestina’.

(bron kaart)

Het besluit hield in dat het gebied verdeeld moest worden onder de Joodse en de Palestijnse bevolking. Er zou dan op 1 augustus 1948 een einde moeten komen aan het Britse beheer over het gebied. Daarbij was in de resolutie opgenomen dat beide landen democratisch zouden worden, vrouwen zouden mogen stemmen en land niet zomaar onteigend mocht worden. De intentie was ook dat beide landen zouden samenwerken.

De verdeling bestond eruit dat 56% van het land onder Joods bestuur kwam en 43% onder Palestijns bestuur.

Jeruzalem zou een aparte status krijgen onder internationaal bestuur van de VN.

Maar de VN ging totaal voorbij aan eerder aan de Joden gedane beloften en de ramp die zich in Europa voor hen voltrokken had.
Evenmin speelden de gevoelens van de islamitische bevolking een rol bij de VN, dat er dan een stuk van het ‘dar-al-islam’ zou worden afgepakt, wat zij beschouwden als godslastering.

Voor de Joden was er de gebroken belofte om in Transjordanië te mogen wonen. Van het resterende Palestina bestond van de 56% aan de Joden toegewezen gebied, meer dan twee derde uit woestijn (de Negev). En de Joodse gebiedsdelen waren nauwelijks verdedigbaar. Toch gingen de Joden akkoord met het verdelingsplan.
De Palestijnen en Arabische leiders gingen echter niet akkoord, omdat zij geen opdeling van het land wilden. Zij wilden een onafhankelijk Palestina, met Jeruzalem als hoofdstad. Ook vonden ze de verdeling onrechtvaardig, omdat zij 43% kregen terwijl er veel meer Arabieren dan Joden in het land woonden. Ze vergaten gemakshalve dat zij wel vrijuit in Transjordanië konden gaan wonen.

Israël roept z’n onafhankelijkheid uit – de Onafhankelijkheidsoorlog

De Arabische Liga (de vereniging van Arabische landen) had de Arabische bevolking van Palestina al eerder opgeroepen om zich te verzetten tegen opdeling van het land. De Liga wilde tevens zorgen voor soldaten en wapens als het tot een strijd zou komen.
Dit alles leidde tot ernstige ongeregeldheden tussen Joodse en Arabische verzetsgroepen. Daarbij  vielen, ook eerder al, vele doden aan beide kanten. De Britten trokken zich daarop versneld terug uit het land.

Op 14 mei 1948 riep de Joodse leider David ben-Goerion de onafhankelijke staat Israël uit. De dag erna vielen de legers van de omringende landen het slecht bewapende Israël binnen, waarbij Transjordanië door de Britten gesteund werd. Daarbij was al vooraf duidelijk gecommuniceerd dat de Joodse staat en zijn Joodse inwoners verdwijnen moesten. De Britten bleken bereid om hieraan mee te werken.
Vanuit de buurlanden vielen Libanese, Syrische, Iraakse, Transjordaanse en Egyptische troepen het land binnen. Daarbij werden Joden op de vlucht gedreven en werd het gebied dat tegenwoordig Westelijke Jordaanoever heet, etnisch gezuiverd van Joden.

De Arabische legers waren vrij klein en slecht georganiseerd. Ze werden echter geholpen door een deel van de Arabische, voornamelijk islamitische bevolking, die zich tegen hun Joodse medebewoners keerden. Ze hielpen nogal eens mee om hun Joodse stads- of dorpsgenoten te verdrijven en soms zelfs te doden.

De meeste van hen behoorden niet tot de oorspronkelijke Palestijnse bevolking, maar waren nota bene naar Palestina gekomen om daar voor de Joodse immigranten te gaan werken. Ze waren gekomen voor een beter leven en meer welvaart. Ze lieten hun broodheren echter in de steek toen het erop aankwam. Maar sommigen kwamen juist op voor hun Joodse medeburgers.

De wapenstilstanden

(bron kaart)

Verdeling Israël-Palestina na de Onafhankelijkheidsoorlog

Uiteindelijk wisten de Israëlische verzetsgroepen, ondanks hun gebrekkige bewapening, de Arabische legers terug te drijven. Het lukte om steden en dorpen te heroveren, die soms zelfs geheel verlaten waren.

In de eerste helft van 1949 sloten de strijdende partijen wapenstilstanden. Tegelijk bleef Transjordanië de ‘Westelijke Jordaanoever’ en een groot deel van Jeruzalem bezet houden, waarbij vele Joodse heilige plaatsen vernield of vernietigd werden. Egypte bleef de Gazastrook bezet houden.
Israël had echter veel meer gebied in handen gekregen dan volgens resolutie 181 aan de Joden was toebedeeld.

De Palestijnse vluchtelingen

Voor de Palestijnen waren er drie redenen om naar het gebied buiten de grenzen van Israël te vluchten.

  • De eerste reden was de aanmoediging van Arabische leiders om weg te gaan uit het Joodse gebied. Deze aanmoediging kwam nog voor het begin van de Onafhankelijkheidsoorlog. Het moest de weg vrijmaken voor de Arabische legers en voorkomen dat moslims elkaar zouden doden.
  • De tweede reden was dat tijdens de oorlog veel Arabische bewoners zich tegen de Joden hadden gekeerd en hen soms ook hadden gedood. Uit lijfsbehoud vluchten velen van hen naar de door Transjordanië en Egypte bezette ‘Palestijnse gebieden’.
  • De derde reden was dat de Joden hun Arabische en vaak islamitische medebewoners niet langer vertrouwden. Ook wilden ze vergelding voor het leed dat hen (opnieuw) was aangedaan. Daardoor joegen Joodse groepen hen ook actief over hun grenzen, naar de ‘Palestijnse gebieden’.

Zo waren er van de ruim een miljoen Arabieren, meer dan 700.000 als vluchteling terecht gekomen in de gebieden buiten Israël. Na de Onafhankelijkheidsoorlog wilde Israël niet dat ze nog weer terug zouden komen. Het wantrouwen was daarvoor te groot. Daarmee waren deze vluchtelingen vast komen te zitten in een gebied zonder werk, zonder inkomen, zonder welvaart en zonder toekomst. Voor hen was het op een ramp uitgedraaid. Dat werd voor hen dan ook de naam voor deze vlucht: ‘al-Naqba’, de ramp.

De ‘Bezette Palestijnse gebieden’

In het Verdelingsplan volgens resolutie 181 van de VN zou het land verdeeld worden in een democratisch Israël en een democratisch Palestina. Met goede onderlinge verhoudingen zou er een intensieve samenwerking tussen beide gebieden moeten ontstaan, zonder strijd. Dat was toen de droom. Dat plan werd door de Joden geaccepteerd, maar door de Arabieren verworpen. Er zou immers land opgegeven moeten worden uit het ‘dar-al-islam’. Dat zou een enorme aantasting van de eer van Allah zijn.

Toch was dat het eindresultaat. Sterker nog, de aan hen toebedeelde gebieden waren inmiddels bezet door Transjordanië en Egypte. Daarmee woonden de vluchtelingen niet eens in een door de VN aan hen toegekend eigen landsdeel…
Transjordanië zou de Westelijke Jordaanoever naderhand formeel annexeren en bij Jordanië voegen, zoals het land vanaf 1950 ging heten.

De Joodse vluchtelingenstroom

Maar er was in die jaren niet alleen sprake van een Arabisch-Palestijnse vluchtelingenstroom. Door het verdelingsplan van de VN was er in de islamitische wereld een sterke antipathie naar de Joden ontstaan. In de meeste islamitische landen woonden soms grote groepen Joden. Veelal beschouwden en behandelden de moslims hen als ‘dhimmi’, als ondergeschikte.

Islamitische geestelijken riepen moslims op (zie: www.levenindeeindtijd.nl/de-haat-van-de-islam-tegen-israel/ )om de Joden uit hun landen te verdrijven. Dat gebeurde door vervolging, pogroms, martelingen en aanslagen. Honderdduizenden Joden moesten alles achterlaten en trokken berooid naar Israël. Tussen 1948 en 1951 werden zo’n 400.000 Joden uit islamitische landen verdreven. Honderdduizenden zouden daarna nog volgen.

Samenvatting belangrijke punten

  • Vanwege de enorme vervolgingen in Europa kwam er een grote vluchtelingenstroom van Joden naar Palestina op gang. In 1945 woonden daardoor inmiddels zo’n 550.000 Joden in Palestina.
  • Mede omdat er zoveel Joden naar Palestina kwamen, ontstond er een grote economische ontwikkeling. Dat trok enorm veel Arabieren aan, die naar Palestina kwamen voor werk en welvaart. In 1900 woonden er zo’n 400.000 Arabieren in Palestina, in 1945 was dat al gegroeid naar ruim 1 miljoen.
  • Er kwam steeds meer verzet van de autochtone islamitische bevolking, omdat ze hun land zagen overgaan naar Joden en Joodse organisaties. Dat was ook ingegeven door de gedachte dat er land van Allah werd ‘afgepakt’.
  • Vanwege het Arabische verzet tegen de Joden en het voorgenomen einde aan het Britse beheer over het gebied, kwam de VN eind 1947 met resolutie 181, het ‘Verdelingsplan voor Palestina’.
  • De Joden gingen akkoord met het verdelingsplan, de Arabische leiders en bevolking niet. Zij wilden geen islamitische grond afstaan aan de Joden.
  • Op 14 mei 1948 riep Israël de onafhankelijkheid uit. Een dag later vielen de omringende Arabische landen Palestina binnen, met als doel om de Joden allemaal de zee in te drijven.
  • Een deel van de Arabische inwoners gaf gehoor aan de oproep om weg te trekken naar de ‘Palestijnse gebieden’. Een ander deel hielp de Arabische legers mee om de Joden te verdrijven. Daarbij kwamen ook Joden om het leven.
  • Toen het tij keerde en de zwak bewapende Israëliërs de overhand kregen, vluchtten veel Arabische bewoners alsnog naar de Palestijnse gebieden.
  • Israël won de strijd tegen de slecht georganiseerde Arabische troepen. Maar ze vertrouwden de Arabische inwoners niet meer en joegen velen van hen op de vlucht. Ook zij kwamen als vluchtelingen in de ‘Palestijnse gebieden’ terecht.
  • Na de wapenstilstand bleef de Gazastrook bezet door Egypte, terwijl Transjordanië de Westoever en een groot deel van Jeruzalem bezet hield en een jaar later annexeerde. In totaal vluchtten uiteindelijk ruim 700.000 Arabische Palestijnen hier naartoe. Alle Joden werden uit die gebieden verdreven.
  • Maar er ontstond ook een grote Joodse vluchtelingenstroom, omdat islamitische geestelijken de bevolkingen van de islamitische landen opriep om de Joodse bevolking daar aan te vallen en te verdrijven. Tijdens en kort na de Onafhankelijkheidsoorlog vluchten al 400.000 Joden vanuit de islamitische wereld naar Israël. Dat aantal liep daarna nog veel verder op.

Het vervolg op deze gebeurtenissen komt in deel 3 van dit artikel aan de orde, waarin het vooral gaat over de Zesdaagse Oorlog en de gevolgen daarvan.

Met toestemming geplaatst van de website: www.levenindeeindtijd.nl

Vergelijkbare berichten