Er is, al enige tijd, een nieuwe manier van Bijbellezen. Die sluit naadloos aan bij het ‘nieuwe normaal’. Het ‘nieuwe normaal’ wil zeggen dat iedereen vrij is om te zijn zoals hij of zij zich voelt, en te zijn wie hij of zij wil zijn. Het ‘oude normaal’, gebaseerd op de door God ingestelde rolpatronen van man en vrouw, wordt krachtig en snel afgeschaft. Weg met al die betuttelende patronen. Dit ‘nieuwe normaal’ wordt in steeds meer gemeenten omarmd. Het vraagt daarbij om een nieuwe manier van Bijbellezen, namelijk de Bijbel lezen in het licht van huidige maatschappelijke opvattingen en normen.
Bij het lezen van een artikel op het informatieplatform C.I.P. van 27-01-2020 over de discussie over de vrouw in het ambt, viel me dit verschijnsel opnieuw op. Een dominee bestudeerde namens een commissie de verschillende teksten, waaronder 1 Timotheüs 2, waar staat dat de vrouw zich stil, in alle onderdanigheid moet laten leren. Zijn conclusie: ‘Het gaat daar om een brief voor een concrete situatie in een concrete gemeente. Wees voorzichtig daar grote conclusies uit te trekken.’
Als er in onze cultuur anno 2020 geen verschil meer is tussen man en vrouw, moeten we de Bijbel dus anders gaan lezen en toepassen. Om te begrijpen wat er staat, moeten we geholpen worden door mensen die op bepaalde teksten eens extra ‘gestudeerd’ hebben. Soms wordt er met nadruk op gewezen, dat men voor het ‘nieuwe inzicht’ langdurig studie heeft verricht. Dat kun je toch niet met één handbeweging van tafel vegen?
In het licht van de oude, goede manier van Bijbellezen moeten we dat inderdaad wel doen. We lezen namelijk in Gods Woord: “Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht” (Psalm 119:130). We moeten niet wandelen in het dwaallicht van mensen, van een cultuur, maar in het licht van Gods Woord.
Neem de tekst: “Laten de vrouwen zwijgen in de gemeenten” (1 Korinthiërs 14:34a). Er zijn tijdrovende studies gedaan om aan te tonen dat er niet staat wat je leest. Dat is verspilde tijd en moeite geweest, want er blijft staan wat je leest. ‘Eenvoudigen’ zijn kinderen van God die beseffen dat ze gemakkelijk, hetzij door hun eigen verstand hetzij door dat van anderen, misleid kunnen worden.
‘Eenvoudigen’ openen het Woord van God en lezen de tekst in zijn verband. Dan zien ze welke plaats God de vrouw in het hele Oude Testament heeft gegeven, wat wordt aangegeven door de opmerking van Paulus: ‘zoals ook de wet zegt’ (1 Korinthiërs 14:34b). Zij erkennen dat het ‘een gebod van [de] Heer’ betreft (1 Korinthiërs 14:37). Zij betrekken er ook 1 Timotheüs 2:11-14 bij. Door Schriftwoord met Schriftwoord te vergelijken, is het hun duidelijk dat een vrouw geen leidende rol van God heeft gekregen. Ze mag niet het woord voeren in de samenkomst van de gemeente. Ook het opgeven van een lied of het uitspreken van een gebed in de samenkomst van de gemeente is haar niet toegestaan, want daardoor geeft zij leiding of sturing aan de gemeente.
De argumenten die worden aangedragen om de vrouw wel die ruimte te geven, komen uit de samenleving. Daardoor is men de Schrift ‘anders gaan lezen’, waardoor men dan tot zogenaamde vernieuwende inzichten is gekomen. Steeds meer gemeenten vallen aan dit ‘nieuwe lezen’ ten prooi, met als gevolg de ene na de andere on-Bijbelse ‘vernieuwing’. Zo wordt de gemeente gaandeweg een plek waar mensen zich lekker voelen, terwijl God en wat Hij over het gedrag in Zijn huis zegt (1 Timotheüs 3:15), naar de zijlijn worden verwezen. Daar mag God nog wel wat roepen, maar Hij wordt niet meer serieus genomen.
We zijn van de waarheid van Gods Woord weggedreven, omdat binnen de huidige cultuur niet meer Gods Woord de norm is, maar het gevoel, de beleving. Een citaat uit het Reformatorisch Dagblad van 01-02-2020 in een verslag van de synode van de christelijke gereformeerde kerken geeft dat aan: Ds. H. J. Vazquez (Emmen) accepteert de vrouw in het ambt en praktiserende homo’s in de gemeente. ‘Ben ik dan ontrouw aan de Schrift? Waarom moeten zaken tot principiële zaken worden gemaakt, die het naar mijn beleving niet zijn? Welke vader zou een kind de deur wijzen vanwege een verschil van mening?’ [Einde citaat, cursivering van mij, GdK].
Wat is een dergelijke omgang met de Schrift dramatisch ver verwijderd van de manier waarop God wil dat met Zijn Woord wordt omgegaan! Zo met de Schrift omgaan en dan voor trouw aan de Schrift willen doorgaan, is een schijn van godsvrucht ophouden, terwijl de kracht ervan wordt verloochend. Dit is het naamchristendom ten voeten uit. De opdracht is ons van zulke mensen af te wenden (2 Timotheüs 3:5). Deze mensen eren God met de lippen, terwijl hun hart ver van Hem vandaan is.
We kunnen voor deze verkeerde manier van lezen met de kwalijke gevolgen daarvan bewaard blijven. Dat gebeurt als we zelf biddend, in eenvoud en onder de voorlichting van Gods Geest, de Schrift lezen, met de bereidheid te doen wat God in Zijn Woord zegt.
Ger de Koning
Middelburg, december 2020