Meerdelige serie over “godsvrucht”
Godsvrucht is godvrezendheid en liefde tot God – Deel 12.
>> Vrede
Vrede is ook een godsvrucht
“Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen” (Rom. 12:18).
Dat vers draag ik al vele jaren lang mee, diep in mijn hart. Ik ben erg dankbaar, dat er staat “voor zover het van u afhangt”, want de werkelijkheid is, dat die verlangens voor vrede met allen niet van één kant kunnen komen.
In Israël hoor je vaak het woord voor vrede: in het Arabisch als ‘Salaam’ en in het Hebreeuws als ‘Shalom’. Die woorden betekenen meer dan de afwezigheid van ruzie, namelijk: Ik wens de ander volkomen harmonie met God, met de ander en met zichzelf. Het woord ‘Salaam’ en ‘Shalom’ gaan diep in het hart, maar het is juist in dát land waar de vrede zo ver te zoeken is, door vele generaties heen. Er zijn daar ruzies met zowel anderen als met elkaar. Jozef zei tegen zijn halfbroers ook niet voor niets: “Maak onderweg geen ruzie” (Gen. 45:24).
Het woord ‘vrede’ heeft drie dimensies:
- Vrede met God.
- Vrede met onszelf.
- Vrede met andere mensen.
Tezamen brengen zij een volkomen vreedzaam karakter voort.

Vrede met God
Van nature hebben wij geen vrede met God. Wij zijn allen vervreemd van Hem (Kol. 2:1) en de toorn van God rust op ons allen (Joh.3:36). Jesaja zegt het ook: “De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede!” (Jes. 57:20,21). Daarom is het zo belangrijk om te geloven in het volbrachte werk van de Heere Jezus (Rom. 5:1). Gelovigen staan ook niet langer tegenóver de Heere God, want God is ín ons (Joh.14:20).
Direct worden Zijn beloften ook een deel van ons verdere leven en één daarvan is, dat alle dingen zullen meewerken ten goede (Rom. 8:28). In Spreuken 16:7 staat zelfs dat de Heere onze vijanden gebruikt. Dat zien wij zo mooi bij Jozef (Gen. 50:20).

Vrede met jezelf!
Tijdens het laatste avondmaal hield Jezus ook een afscheidstoespraak tot zijn discipelen. Hij sloot die af met de woorden: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede zult hebben. In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen” (Joh. 16:33).
Deze toezegging houdt twee beloften in:
- De eerste is dat er verdrukking is in de wereld.
- De tweede is dat Jezus de wereld heeft overwonnen.
De Heere God heeft alles onder de Heere Jezus gesteld en Hem, als Hoofd boven al wat is, gegeven aan Zijn Gemeente (Ef. 1:22). Geen musje valt ooit ter aarde zonder de wil van de Vader. (Mt. 10:29-31). Daarom is het niet goed om ons zorgen te maken. Paulus schreef dat vanuit de gevangenis (Fil. 4:6,7).
– Niets is zo groot of Jezus kan het aan!
– Niets is zo klein of Jezus heeft het in de gaten!
Wij moeten danken dat Jezus niet toe staat dat wij boven ons vermogen verzocht worden (1 Kor. 10:13). Werpt al uw bekommernissen op Hem. Hij zorgt voor ons (Jak. 4:7). Wij moeten tot Zijn vrede komen om het aan anderen te geven.

Vrede met elkaar
Van nature bijten en verslinden wij elkaar (Gal. 5:15;20,21). Al de werken van het vlees staan tegenover de vrucht van de Geest. Dat komt door Zijn leven in ons.
Enkele prachtige Schriftwoorden zijn:
– “Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden” (Mt. 5:9).
– “Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen” (Rom. 12:18).
– “En laat de vrede van God heersen in uw harten, waartoe u ook in één lichaam geroepen bent; en wees dankbaar” (Kol. 3:15).
(Zie ook: Rom. 14:19; Heb. 12:14; 1 Pet. 3:10,11).
Wij worden opgeroepen om de vrede na te jagen. Wij worden opgeroepen om in te zien dat wij allen één lichaam zijn (1 Kor. 12:12; Rom. 12:5). Opdat er geen verdeeldheid zal zijn onder elkaar (1 Kor. 12:25). Het gaat altijd in onze onderlinge relaties om de eer van de Heere Jezus en Zijn eigen gemeente. Er is niets, dat zoveel afbraak doet dan ruzies onder christenen. Vaak ligt het probleem van de onvrede toch bij onszelf.

Vandaar ook de weg van nederigheid,
want als je op de grond ligt kun je niet vallen.
Praktische stappen die we kunnen ondernemen om zowel de innerlijke als de onderlinge vrede te bewaren:
- Wij moeten initiatief nemen om de vrede te herstellen. Dat gaat vaak tegen onze gevoelens in. Het is wel zo: Wij zijn niet tot gevoel gekomen, maar tot geloof in de Heere Jezus Christus (Ef. 2:8).
- Als wij iemand hebben beledigd dan moeten wij altijd de eerste stap nemen tot herstel of verzoening. Dat hoort nu eenmaal bij het christen zijn (Rom. 12:18-21).
- We mogen nooit wraak zoeken of kwaad met kwaad vergelden. Wij moeten alles overlaten aan Hem. Geen enkel onrecht ontsnapt er aan Zijn aandacht. Denk maar aan Hagar (Gen. 16).
- Het moet onze inzet zijn om die ander te winnen en vredestichters te zijn. Denk maar aan Izak (Gen. 26:15-25).
Vrede is een vrucht van de Geest. Daarom zijn wij afhankelijk van het werk van de Heilige Geest, Die in alle gelovigen woont (Ef.1:13). Wij moeten daarom ook praktische stappen ondernemen om zowel de innerlijke als de onderlinge vrede te bewaren. Overdenk deze verzen eens: Fil. 4:6,7; Rom. 12:18 en 1 Pet. 5:7.
De godsvrucht is een kwestie van oefenen. Dat oefenen vereist inzet van onze kant, maar daarin mogen wij ons laten leiden door de Heere Jezus, onze inwonende Leermeester!
Met dank aan en toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook: www.johan-linda.com.
Andere, door dhr. J. Schep, geraadpleegde bron: “Heer U bent mijn doel” van Jerry Bridges.