Kun je nog ongestraft een conservatief standpunt innemen over gender en seksualiteit? Nee! De cancelcultuur (waarbij een ongewenste mening buitengesloten wordt) is ook in Nederland al praktijk. We gaan in gesprek met Bart*. Zijn contract werd niet verlengd, omdat tijdens een studiebijeenkomst bleek dat zijn standpunten afweken van de mainstream. We laten het hem zelf vertellen.

Dag allemaal. Ik ben Bart, docent scheikunde op een openbare school voor Voortgezet Onderwijs. Sinds 2002 werk ik in het onderwijs. Dat heb ik altijd met plezier gedaan. Het is mooi – maar ook intensief – om docent, opvoeder en hulpverlener te zijn. Voor het eerste wordt je opgeleid, de andere twee taken krijg je er ongewild bij. Sinds 2012 zijn gender en seksualiteit belangrijke thema’s geworden, maar het bleef steeds een beetje in de sfeer van ‘nou ja, we doen het omdat het moet’. Door omstandigheden ben ik in 2020 op een andere school gestart. Dit was niet heel makkelijk, want door Corona moesten we digitaal lesgeven. Maar hier hetzelfde als op de vorige school: je bent docent, maar voor veel kinderen mag je ook een beetje vader zijn.

Studiedag ‘gender’

Op een gegeven moment werd er een studiedag georganiseerd. Digitaal. Thema: hoe ga je om met gender en seksualiteit in de school. Dan denk je wel: ‘welke kant gaat het op?’. Maar tegelijkertijd was ik ook wel benieuwd. Twee jonge dames van de GGD vertellen wat dingen over de seksuele ontwikkeling bij jongeren. Vervolgens komen er een aantal casussen langs over seksuele handelingen die kinderen bij elkaar doen. ‘Geef een groene vlag als je dit prima vindt, geel of oranje als je wat bedenkingen hebt, en een rode of zwarte vlag als je dit zorgelijk of absoluut niet goed vindt.’ En dan volgt er een redelijk extreme casus. Ik vind daar wat van: een zwarte vlag. Als vader van een puberdochter wil ik niet dat zij dit meemaakt. En zo waren er nog een aantal casussen. Dan een volgende opdracht: ’blijf in beeld als je het hiermee eens bent’. Er volgt weer zo’n verhaal over jongeren en seks. Ik verdwijn uit beeld. En zo ging het de hele studiedag een beetje door. Natuurlijk merkte ik dat mijn mening afweek van de collega’s. Wanneer ik in beeld was, waren zij uit beeld. En andersom. Ik voelde ook weleens de neiging om toch maar iets neutraler te stemmen. Maar tegelijkertijd zou ik hiermee tegen mijn geweten ingaan. Dat kon ik niet.

Een telefoontje

De volgende dag: telefoon. De teamleider. “Hé Bart, jouw mening gisteren week best een beetje af van wat de meeste collega’s dachten of zeiden. Komt deze overtuiging van jou misschien door je geloof? En even to-the-point: Wat vind je ervan als twee mannen seksueel contact hebben?” Ik voelde direct: dit is mis. Heel rustig heb ik toen mijn standpunt over deze vraag uitgelegd: “Ik geloof dat God man en vrouw geschapen heeft en dat het Zijn bedoeling is dat er alleen seksualiteit is binnen het huwelijk . God schiep Adam en Eva en die passen (lichamelijk) bij elkaar. Samen kunnen zij kinderen krijgen. Ik geloof dat het niet goed is dat twee mannen een relatie hebben, zo heeft God het niet bedoeld.” Vervolgens reageert de teamleider: “Als jij er zo over denkt , dan wordt samenwerken wel heel moeilijk”. Ja, en op dat moment staat mijn baan op de tocht. Ik vroeg of er andere punten waren waarin mijn functioneren niet voldeed. Nee werd er gezegd verder zijn er geen punten waar we opmerkingen over hebben, het contact met de leerlingen en met collega’s loopt goed, je klassenmanagement is goed, verder zijn we tevreden en zijn er geen klachten. Maar dit ene punt vinden wij heel belangrijk en willen wij de komende tijd veel aandacht geven en verwachten wij van onze docenten dat zij hier ook voor de volle 100% voor zullen inzetten. Ik kon niet begrijpen dat dit ene punt zo belangrijk gevonden werd dat dit de reden kon zijn om mijn contract niet te verlengen terwijl ik verder goed functioneert. Het contact met de leerlingen liep juist goed. Zij zochten mij juist vaak op als zij vragen of problemen hadden, waarbij zij niet wisten hoe dit op te lossen, je merkte dat er vertrouwen was van de leerlingen naar mij toe. De leiding wilde dat ik ook burgerschapslessen zou gaan geven en hierbij hun visie zou overbrengen bij de leerlingen. Dit zou echter ingaan tegen mijn overtuiging; mijn visie week teveel af. Door mijn tijdelijke contract was ik in een kwetsbare positie. 

Gesprek met directie

Ik vraag een gesprek aan met de directie. Tegelijkertijd vind ik dit heel spannend. Hoe zal ik de juiste woorden kunnen vinden? En heb ik het wel goed? Doe ik niet te moeilijk? Dat soort vragen… Dat geeft ook gebed en afhankelijkheid: ‘Heere, geeft U mij woorden om te spreken. Geef dat ik niet mijn eigen woorden spreek. Dat het om Uw eer mag gaan’. En dat is ook gebeurd. Liefde voor God, voor Zijn Woord en voor de mensen; dat mocht mijn handelen en spreken stempelen. Gods Woord is er voor het welzijn van de mens. Hij spreekt nooit ten nadele van jou. Dat is onmogelijk. 

Op de bewuste dag stap ik de directiekamer in. De directeur en de adjunct-directeur zijn samen. Armen over elkaar, strak gezicht, een heel gesloten en defensieve houding. Vijandig bijna. Wat verwachten ze van mij? Dat ik een religie fanaat ben, ofzo? “Bart, begin maar, jij hebt zelf om een gesprek gevraagd”, zegt de directeur. Ik heb tijdens dat gesprek zoveel liefde en rust in m’n hart gehad! Van die vijandige houding die zij misschien verwachtten, kwam er liefde en bewogenheid voor deze mensen, dat zij God nodig hadden. Ik vroeg: “Is het discriminerend om te zeggen dat een kind als een jongen of als een meisje geboren wordt?” Nee, dat is niet discriminerend. Maar jij discrimineert een groep mensen die ook vinden dat een man met een man of een vrouw en een vrouw een relatie kunnen hebben. “Maar nu discrimineren jullie mij dat ik geen eigen overtuiging mag hebben, maar dat ik hetzelfde moet denken als jullie. Daarvoor word ik nu van school gestuurd”. En toen kon ik vertellen dat jongens en meisjes heel verschillend gemaakt zijn. Dat ze allebei een andere plek en taak hebben in het leven. Dat man en vrouw samen compleet zijn. Dat het huwelijk een veilige bedding is, waarbinnen seksualiteit beleefd kan worden. Het is net als vuur dat sfeer en warmte geeft, zolang het in de kachel of de haard brand. Maar als het de woonkamer binnenkomt, dan is het foute boel. Deze uitgangspunten rondom seksualiteit leiden ook tot een gezonde samenleving, waarin we respect hebben voor elkaar. Alles wat God gemaakt heeft is volmaakt en is het beste voor de mens, God heeft het beste met ons voor, als wij dit naar onze eigen inzichten veranderen komt dat niet ten goede voor de mens.

Gaandeweg mijn betoog zag ik de twee gesprekspartners steeds zenuwachtiger worden. De liefde en wijsheid die ik mocht doorgeven, daar konden ze niet tegenop. Ze hadden geen enkel weerwoord. Hier ervaarde ik de vervulling van Gods Woord: Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken noch wederstaan, allen die zich tegen u zetten (Luk.21:15). Ze keken elkaar eens aan en begonnen wat te wiebelen op hun stoel. Ik heb één gedeelte uit de Bijbel aangehaald. Psalm 2. De huidige houding van mensen tegenover seksualiteit wordt daar namelijk beschreven. De vijanden van God zeggen: Laat ons Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen.

Op een gegeven moment vroegen ze: hoe lossen we dit nou op? Zij hadden een reden nodig om me te ontslaan en die konden ze niet vinden. Ik zei: dat is niet mijn probleem. Ik ervaarde echter dat ik op deze wijze niet verder kon op deze school, want op dit belangrijke punt zouden we toch steeds weer gaan botsen. Maar ik vond het lastig, ik had het naar mijn zin op deze school en om deze reden weg te moet voelde niet goed. In de weken die volgden lukte het niet om een reden van ontslag te vinden, hoe hard ze ook zochten. Dit is echter niet gelukt. Ik heb nog overwogen om er een rechtszaak van te maken. Uiteindelijk heb ik het niet gedaan, omdat een goede werkrelatie toch al onmogelijk was geworden. 

Hoe moest het nu verder? Dat wist ik niet. Maar ik moest denken aan Elia. Hij moest ook vluchten. Geen mens zorgde meer voor hem en hij werd gezocht. Hij hoefde echter niet bevreesd te zijn om te sterven, omdat het Gods zaak was.

Twijfelde u niet weleens over uw standpunt?

Jazeker. Een christelijke collega bleek het programma van de studiedag gemaakt te hebben. Ik vroeg hem: “Jij gaat toch ook iedere zondag naar de kerk? En vind jij de casussen die besproken zijn dan wel kunnen?” Hij zei: “ Ik vind dat je privé en werk moet scheiden van elkaar, op school moet je je toch een beetje aanpassen aan de normen die daar gelden”. Hierdoor ging ik weer twijfelen: ben ik dan zo extreem? Zou ik ook die scheiding niet moeten maken? Enzovoorts. Tegelijkertijd wist ik dat ik mijn waarden niet opzij mocht en wilde zetten. Ze komen uit Gods eigen Woord en die wil ik gehoorzamen. Ik ben niet vrij om daar naar eigen inzicht mee om te gaan. Gods waarden tellen altijd. Ik wist voor mezelf dat ik een juiste keus had gemaakt, maar zocht toch bevestiging op mijn handelen. Ik wilde mijn collega’s zelf niet afwijzen, maar tegelijkertijd God gehoorzamen. Maar het was wel een zoektocht, voordat ik daar zekerheid over had. Het was een toespraak van ds. Klaassen die me de antwoorden gaf: Niet wat de mensen zeggen, maar wat de Bijbel zegt; dat moet ons richtsnoer zijn. Dat wist ik ook wel in mijn hart, maar je zoekt toch bevestiging.

Werken op een nieuwe school

Na de vakantie ben ik op een volgende school begonnen. Ik heb deze thematiek laten rusten. Anders was ik wellicht niet eens binnengekomen. Nu houd ik me zoveel mogelijk op de vlakte. Maar ja, dan krijg je in december Paarse Vrijdag. Heel de school wordt versierd met vlaggetjes en ballonnen en een programma. Hoe red ik me hieruit? Ik heb die dag vrij genomen en ben samen met mijn vrouw een weekendje weg geweest. Maar die dag worden er wel allemaal mensen ingevlogen van de GGD, COC en GSA (Gender and Sexuality Alliance), die dan allerlei lessen komen geven.

Die donderdag stond ik in de lift, samen met een jongen en een collega die een doos met paarse vlaggetjes droeg. Hij zegt tegen hem: doe je morgen ook mee met Paarse Vrijdag? “Nee”, zegt hij: “ik doe niet mee”. Vervolgens moest die jongen gaan verantwoorden waarom hij niet mee doet. Je mag hier een eigen mening over hebben, zolang je het er maar mee eens bent. Het was echt gênant. Wat doe ik dan op zo’n moment, hè? Ik heb mij maar wat afzijdig gehouden. Die kinderen zeggen heel eerlijk wat ze denken, maar dat wordt niet meer geaccepteerd. Heel graag had ik die jongen willen bemoedigen om aan zijn eigen mening vast te houden. Dat maakt het werk nu ook heel zwaar. Dat je steeds de angst heb: zeg ik het wel goed; zeg ik niet teveel, enzovoort. Dan is het ook niet meer leuk. Bang je baan te verliezen en tegelijkertijd brengt dit je ook geestelijk in de knel. 

Toch ben ik niet de enige in school die het hele gender gebeuren verafschuwt. Ik sprak de conciërge. Hij mopperde: “wat een gezeur om die regenboogvlag. Ik heb daar helemaal niks mee. De wc’s moeten genderneutraal gemaakt worden, geen meisje en jongens wc’s meer. Waarom maken ze er zo’n poppenkast van? Maar ja, wat wil je. Als je niet meedoet, lig je eruit”.

Hoe staat u nu voor de klas?

Het werk vraagt heel veel wijsheid en voorzichtigheid van me. Ik hoef het thema gender en seksualiteit niet op te zoeken. Juist niet. Maar als je met leerlingen spreekt, en ze delen iets van hun nood, dan probeer ik wel Bijbelse principes door te geven die hen kunnen helpen. En ergens weet ik dat er een moment komt dat het openlijke getuigenis weer gevraagd zal worden. Ik vertrouw ook dan weer de kracht te krijgen om mijn Heere niet te verloochenen.

Verder wordt er nu een werkgroep burgerschap opgezet. Moet ik daaraan meedoen? Het is een plaats waar je echt het goede voor de kinderen kan zoeken; misschien het extreme genderbeleid wat temperen. Maar tegelijkertijd moet je dan wel je nek uitsteken. En dat is gevaarlijk. Dat vind ik echt een moeilijke afweging.


Hoe is het om in een seculiere context te werken?

Met God kunnen we altijd overal geplaatst worden: voorspoed, tegenspoed, hoogte, diepte. Overal. Men zal niet zeggen: Ziehier of ziedaar. Want zie, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden (Luk.17:21). Gods nabijheid merk je niet altijd. Dat wist Mozes ook niet, totdat God zei: Doe de schoenen van je voeten, want de plaats waar je staat is heilig. Hij wist het niet. Maar het was wel zo. Dat besef geeft ook de bereidheid om de weg te gaan die de Heere je wijst.

Mogelijk wordt ons eens gevraagd om de zaak van Heere te belijden en ervoor te lijden. Maar dan moeten we niet vergeten dat Gods genade groter, overvloediger is dan de aanval van de vijand. Altijd. We hoeven niet bang te zijn. We hoeven ook niet overmoedig te worden, maar de wetenschap dat de wereld reeds overwonnen is, dat geeft kracht. De wereld bepaalt niet hoe het met ons gaat. Dat doet de Geest van God die ons altijd leidt. En daarom is de situatie niet hopeloos. Hij kan herleving geven, dwars door de oordelen heen.

Deze weg is niet makkelijk. Maar met de Heere mag je toch volgen zonder vragen. Dat je alles loslaat bij Hem. Dat geeft rust. Bij God is alles ‘in control’. Ook als we dingen meemaken die we niet kunnen begrijpen.

Wordt reformatorische scholen straks ook de genderideologie opgedrongen?

Gender en seksualiteit is zo’n hot item. Daar komen we echt niet meer onderuit. Op reformatorische scholen heb je nog veel gelijkgestemden, maar ook daar wordt de druk opgevoerd om veel aandacht aan deze thema’s te geven, en een volledig seculiere inhoud over te dragen.

We moeten ook niet denken dat het er al niet is. Ik hoorde van een meisje op een Reformatorische school dat ze zich best provocerend en confronterend uitlaat over haar mannelijke identiteit. Hier lokt ze gewoon reactie mee uit. Hoe ga je hier als school mee om? Hoe voorkom je sociale besmetting? Ik denk dat reformatorische scholen heel duidelijk moeten zijn over hun visie over de praktische consequenties die dit heeft. Als je dat niet consequent doet, dan krijgt de wereld binnen no-time vrij spel. 

Hoe duidt u deze focus op genderdiversiteit?

In Babel werd een enorm groot beeld opgericht. Beeldvullend. Iedereen moest daar voor knielen. Welk mens blijft dan rechtop staan? Het waren er slechts drie! Hoe kon dat? Ze keken omhoog. Over de overweldigende en beangstigende omstandigheden heen. Juist dan kunnen we alle hulp alleen van de Heere verwachten. Ik geloof dat God juist gaat werken als mensen weigeren om te knielen. Hij heeft immers alle macht. Daarom hoeven we niet bevreesd te zijn.

De wereld accepteert het nog best als je godsdienstig bent. Ook dat je je eigen mening hebt in het genderdebat. Maar als je voorzichtig en eenvoudig de Bijbel na spreekt en dat vasthoudt als enige waarheid, daar komt zoveel haat tegenop. Dan worden we eruit gegooid. En als we iemand op zijn seksuele oriëntatie bevragen, dan beledigen we, omdat we de ander niet zouden accepteren.

De overheid voert echt haar eigen agenda uit. Langzamerhand voeren ze de druk verder op om iedere vorm van gender te accepteren en te omarmen. Dit is geen strijd die van links of van rechts komt. Hij komt van beneden, uit de hel. Maar onze hulp is van de Heere. En als wij door de wereld uitgebannen worden, dan is Hij daar om ons te helpen.

Eén van de agendapunten van de overheid is dat moeder ook moeten werken. Waarom? Omdat dit goed zou zijn voor de economie. Ouders worden er haast toe gedwongen, door de stijgende prijzen, bijvoorbeeld. Er zijn goede regelingen voor kinderopvang, dus waarom zou je het niet doen? Maar dit beleid is niet goed voor onze kinderen. Daar maak ik me wel zorgen over.

Hoe kunnen wij staande blijven?

Het gaat om onze relatie met God. Moeilijke situaties worden vaak gebruikt om twijfel te zaaien of Gods Woord wel juist is. Maar Gods Woord geneest; het is een balsem voor onze ziel. Als we ons daaraan onderwerpen, dan zijn de dingen eenvoudig en helder. Het is de media die ons in verwarring brengt en ons denken verduistert.

Als het denken van de wereld onze huiskamers binnenkomt; als we meegaan in het denken van de wereld en als we de heldere waarheid van Gods Woord loslaten, dan hebben we heel veel genade van God nodig om er weer van verlost te worden.

We hebben helder zicht nodig op de heiligheid van God. Hij eist heiligheid van ons. We moeten ons van de zonden afscheiden. Met de zonden mogen we niet in verbinding blijven. En dat is heel radicaal.

Het betekent ook dat we waakzaam moeten zijn. Veel christelijke ouders zijn nog helemaal niet zo op de hoogte van wat er allemaal gebeurt? Soms zijn ze naïef en zeggen: ach het waait wel weer over. Maar ondertussen komt het wel als een vloedgolf op ons af. Als we dan niet waakzaam zijn, als we niet geleerd hebben ons vlees te kruisigen en ons aan het Woord vast te houden, dan zullen velen gaan struikelen. Helaas!

Dat betekent ook dat we moeten leren om alleen te staan. En om onze weg op God te richten. Dat is niet makkelijk. Dat kost onszelf. Daarom moeten we veel Gods Woord doorzoeken: Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast. Toen Paulus gevangengenomen werd, was dat omdat hij zich verzette tegen de mainstream. Maar hij mocht toch zingen. Natuurlijk kan er weleens vrees zijn. Dat is normaal en dat is goed. Maar door die vrees hoeven we ons niet te laten leiden.

Hoe komt het dat zoveel jongeren worstelen met hun identiteit?

Er zijn natuurlijk meer redenen voor te noemen. Bijvoorbeeld dat we ons niet meer laten leiden door de Schrift. Gods geboden zijn goed voor ons. Nooit ten kwade.

Een andere belangrijke reden is de afwezigheid van de vaders. We leven in een verweesde samenleving. Kinderen hebben niet meer geleerd hoe ze zich moeten gedragen. En dan laten ze moeilijk gedrag in de klas zien. Dat is dan ook helemaal niet gek. Vader is helemaal druk met zijn carrière. Of hij is door echtscheiding buiten beeld. Dan moeten de kinderen er zelf maar achter zien te komen wie ze zijn. En hoe ze moeten leven. Als docent mag ik weleens een vaderrol voor kinderen vervullen. Maar dat is ook heel beperkt. Ik kan nooit een vader vervangen. Echt niet. En de ruimte om met kinderen even zomaar een gesprekje te voeren, die is ook steeds kleiner geworden. Je moet je programma afwerken en zelfs op het gebied van vorming wordt alles voorgekauwd.

Wat wilt u zeggen tegen iemand die met zijn seksuele verlangens of identiteit worstelt?

We zijn allemaal in zonden ontvangen en geboren. De wortel van de zonde ligt in ons hart, niet in onze genen. We moeten gered worden. Van onszelf, van onze zondige neigingen en van onze zondige daden. Pas dan kan het goed met je gaan. De Bijbel zegt: als je oog je ergert, ruk het uit. En als je hand je ergert, houw hem af. Dat is ontzettend onmenselijk! Maar we moeten er wel zo radicaal mee omgaan, dat we ook iets wat onschuldig lijkt niet de kans geven om zich te ontwikkelen tot een dodelijke zonde. Maar dat kunnen we niet uit onszelf. Daar hebben we de genade en kracht van God voor nodig.

Tegelijkertijd moeten we wel voorzichtig zijn in onze woordkeuze. We kennen de verwarring en strijd van de ander niet. Daarom moeten we altijd reageren vanuit Bijbels perspectief. Kijk eens hoe Jezus wandelde? Als hij mensen ontmoette, hoeveel ‘erge’ zondaars waren daartussen. Maar Hij zag ze. Hij sprak waarheid tegen ze. En Hij bracht genezing.

Wat zou u tegen ouders willen zeggen?

De primaire verantwoordelijkheid voor seksuele opvoeding, maar ook de brede Bijbelse vorming, ligt in het gezin.

Zoek steeds het hart van je kinderen te kennen. Jongens zeggen niet zo snel wat hen bezighoudt. Geef ze altijd ruimte om hun gedachten en worstelingen te delen. Gender en seksualiteit kan een grote rol in hun gedachten innemen. Maar het welzijn van uw kind is veel breder dan ‘genderidentiteit’ alleen.

In de Bijbel staat: Als je vader, moeder, broer of zus, liefhebt boven Mij, dan ben je Mijns niet waardig. Zelfs Davids tafelgenoten waren tegen hem, zodat hij moest vluchten. Gezinsleden zullen tegen elkaar verdeeld zijn. Houdt je daarom vast aan de Waarheid. Daar ligt zegen in.

Onze kinderen zullen anders met situaties omgaan dan wij dat deden. Dat geeft niet. Ze moeten zelf hun weg vinden om rein met God te wandelen. Zolang we er maar wel samen over kunnen spreken.

Wat zouden kerken moeten doen?

In onze gemeente speelt de genderdiscussie niet zo. De kerkenraad spreekt zich ook niet duidelijk uit over dit thema. In de gemeente zijn er enkelen die meer op de ‘inclusieve lijn’ zit. Die spreken zich wat actiever uit. Hun invloed is nog niet zo merkbaar, maar er is wel het gevaar dat ze hierdoor ongemerkt de gemeente van de Waarheid aftrekt. Dus allereerst zouden kerken zich duidelijk uit moeten spreken. Vervolgens is de tucht ook van belang. Dat het gesprek gevoerd wordt met andersdenkenden. Dat we hen bestraffen, als ze aan de leugen vasthouden. Niet om je eigen gelijk te halen, maar tot herstel van de dwaling en tot behoud van de gemeente.

Hebt u nog hoop?

Ja. God gaat door om Zijn Koninkrijk te bouwen. Zijn Naam zal eeuwig de eer ontvangen. Toen Paulus gevangengenomen werd, was dat omdat hij zich verzette tegen de mainstream. Maar hij mocht toch zingen. Natuurlijk kan er weleens vrees zijn. Dat is normaal en dat is goed. Maar door die vrees hoeven we ons niet te laten leiden. God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid, maar van kracht.

Ja, ik heb hoop. De kracht van God is niet verminderd. Wanneer breekt de kracht van God door? Als wij gehoorzaam zijn. Gehoorzaamheid is de sleutel. En onderwerping. We zijn zo druk met allerlei dingen. We werpen een soort façade op van bezigheden, zodat we ons niet met de kern bezig hoeven te houden. Gelukkig werkt God nog steeds. Zijn Koninkrijk zal gebouwd worden. Hoe dat zal gebeuren, dat weet ik niet. Maar opwekkingen hebben altijd te maken met een buigen voor Zijn Woord, met verootmoediging. Altijd! Dan kan de Heere gaan werken, als wij het niet meer kunnen.

Daniël moest alleen tussen de leeuwen. Daarna werd het gerucht van de macht van Daniëls God door het hele rijk verspreid. Eerst moet iemand zichzelf ervoor over krijgen om voor Gods zaak zelfs te sterven. Dan pas kan er een opwekking komen. Er moeten eerst keuzes gemaakt worden van toewijding en gehoorzaamheid. Ons hart moet gaan verlangen naar heiligheid, omdat dit ook Gods verlangen is.

Dit artikel is met toestemming overgenomen van Bijbels Beraad M/V

*De geïnterviewde draagt een gefingeerde naam. Die is bij de redactie bekend.

Auteur: Jacco van den Broek

Vergelijkbare berichten