* Deel 5: Martha, Maria en Lazarus

Eenzaamheid bij de rouw over geliefden

Misschien is de meest pijnlijke vorm van eenzaamheid te vinden bij een gebroken hart, namelijk de eenzaamheid van de rouw over een geliefde die gestorven is. De Bijbel vertelt ons dat de dood een vijand is (1 Kor. 15:26). Al weten wij – als wij geloven in de Heere Jezus – dat kleine kinderen die geen keuze kunnen maken en overleden zijn, zoals de baby van David (2 Sam. 12:23), in de hemel opgenomen zijn, is er toch een groot verdriet en er is veel tijd nodig om te genezen. Ik heb dat zelf ook meegemaakt toen mijn broertje van vier jaar voor ons huis door een auto werd geschept en stierf. Ik zag de diepe pijn jaarlijks bij mijn ouders, maar voelde het zelf ook, want hij sliep niet meer naast mij.

Gelukkig was er ook troost, want mijn ouders plaatsten op de steen de tekst ‘Veilig in Jezus’ armen’. Het was duidelijk merkbaar bij mijn ouders, alsof er een gedeelte van henzelf afgesneden was. De pijn is er ook bij echtgenoten, al ben je jarenlang getrouwd geweest. Ik denk aan Abraham, die zijn vrouw Sara kende vanaf haar geboorte. Hij huilde toen zij stierf (Gen. 23:2). Het is ook de eerste keer dat wij in de Bijbel over tranen lezen.

Het is helemaal niet verkeerd voor gelovigen om te rouwen. Het is wel verkeerd om te rouwen zoals ongelovigen doen, die geen hoop hebben (1 Thess. 4:13). Wij lezen ook dat Abraham na een poosje de draad weer oppakt en doorgaat met zijn leven en orde op zaken stelt (Gen. 23:3). Ook Jozef en al zijn broers huilden, toen hun vader Jakob stierf (Gen. 50). Zelfs de Heere Jezus, die wist dat Hij Lazarus zou opwekken, weende bij zijn graf (Joh. 11). Maar de tranen van de Heer waren geen tranen van rouw, want Hij wist dat Hij Lazarus zou gaan opwekken. Het waren tranen van medelijden, van meeleven met de bedroefde zusters. Zijn liefde is zo onnoemelijk groot!

Laten wij nu stilstaan bij die bekende geschiedenis van de ziekte, het sterven en de opstanding van Lazarus. Lazarus, die een getuige is van de opstanding uit de doden, heeft geen enkele uitspraak nagelaten; er is geen woord bekend van hem. De Heere Jezus, die van Lazarus hield, kreeg te horen dat hij ziek was (Joh. 11:3). In plaats van snel naar hem toe te gaan, bleef Jezus nog twee dagen weg. Gedurende die tijd stierf Lazarus. Toen de Heere Jezus aankwam in Bethanië, lag
Lazarus al vier dagen in het graf. Hij troostte Martha en Maria, toen zij hun verdriet uitten. Toen de Heere Jezus hen zag huilen, werd Hij ook verdrietig en huilde ook (Joh. 11:35).

In Johannes 11 zien wij veel tranen. De Heere Jezus bekritiseert niemand die huilt vanwege leed dat hem overkomt. De Heere God heeft ons geschapen en tranen gegeven om te kunnen huilen. De Heere vangt onze tranen zelfs op in een kruik (Ps. 56:9). Tranen genezen ons van binnenuit. Er is ook een mooie belofte: Na een nacht van huilen, komt de vreugde terug in de morgen (Ps. 30:5).

Hoe krijgen wij troost gedurende de tijd van eenzaamheid bij het rouwen als gelovigen in de Heere Jezus?

  1. De Heere Jezus houdt van ons allen!

    De gedachte kan in ons opkomen dat het de Heere Jezus niet raakte dat Zijn vriend zo ernstig ziek was, want Hij bleef nog twee dagen weg. Er zijn ook mensen die beweren dat je, als je een vriend van de Heere Jezus bent en in Zijn weg wandelt, nooit ziek kunt worden of geen verdriet kunt hebben. Wat daar verkeerd aan is, is dat het speculatief is. Als het land geen regen ontvangt, dan wordt het een woestijn. Er staat niet dat Lazarus niet volgens Gods wil leefde. Toch werd hij ziek! De zusters twijfelden er ook totaal niet aan dat de Heere Jezus
    Lazarus liefhad. En dat zeggen zij ook tegen de Heere Jezus: Hem die U liefhebt, is ziek (Joh. 11:3).

  2. Liefde en lijden

    Het lijden is nooit in strijd met Gods liefde. Ik hoor de mensen wel eens zeggen: Als de Heere God mij lief zou hebben, dan zou Hij het niet toelaten dat ik een ongeluk zou krijgen, of ziek zou worden. Allereerst kan het ook gebeuren dat het ongeluk onze eigen schuld is! Bovendien zijn het juist ongelukken en zonden, waardoor wij veel leren en een godvrezend karakter ontwikkelen. David schreef ook eens: Voordat ik verdrukt werd dwaalde ik, maar nu neem ik Uw Woord in acht (Ps. 119:67). Kijk ook maar naar het kruis, waar de Heere Jezus uit liefde voor ons stierf!

  3. Liefde en uitstel

    Martha en Maria kunnen ook vragen hebben gehad, omdat de Heere Jezus niet direct naar hen toe kwam (Joh. 11:6). Liefde en uitstel kunnen vaak samengaan. Zijn uitstel is geen afstel. De Heere Jezus komt altijd op de juiste tijd (Gal. 4:4).

  4. Liefde en teleurstellingen

    Wij kunnen twijfelen aan de liefde van de Heere God, want Lazarus werd ziek. De Heere Jezus had gezegd dat deze ziekte God zou verheerlijken (Joh. 11:4). Toch stierf Lazarus. Martha en Maria zeiden beiden tegen de Heere Jezus: Heere, als u hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn (Joh. 11:21, 32). Wat had de Heere Jezus een getuigenis van het goede gegeven in hun leven.

  5. Liefde en Gods Woord

    Hoe weten wij dat God van ons houdt? Zijn Woord openbaart het (Joh. 11:5). Er staat geschreven: De Heere Jezus had Martha en haar zuster en Lazarus lief. Zelfs de buren wisten dat de Heere Jezus Lazarus liefhad (Joh. 11:36). De Bijbel is duidelijk dat de Heere ons evenveel liefheeft. Zo lief heeft Hij de wereld gehad (Joh. 3:16a; Rom. 8:35-39). Wij weten ook dat de Heere ons liefheeft, want Hij heeft Zijn Heilige Geest uitgestort in onze harten (Rom. 5:5). Hij had ons lief toen wij nog tegen Hem in opstand leefden (5:8). Hoe diep de pijn ook is, wij mogen altijd rusten in het feit dat God ons liefheeft.

  6. Jezus woont in alle gelovigen

    Wij hebben nu het voorrecht dat Martha en Maria niet kenden. In die tijd was de Heere Jezus af en toe bij hen en met hen. Hij kon maar op één plaats tegelijk zijn. Vandaag woont de Heere Jezus in het hart van iedere ware gelovige (Kol. 1:27). Met de belofte dat Hij ons ook nooit meer begeeft of verlaat (Hebr. 13:5-6).

  7. Jezus kent ten diepste ons verdriet

    De Heere houdt het allemaal precies bij (Ps. 56:8). Hij weet wat voor pijn wij hebben. Het kan wel eens in je opkomen om te denken dat Hij het te druk heeft. Dat is niet zo! De Heere Jezus weet hoeveel haren je op je hoofd hebt (Matt. 10:30). De God van het universum is Degene die ons gebroken hart kent en wil genezen (Ps. 147:3).

  8. Jezus deelt in ons verdriet

    Hij is de Man van smarten en is vertrouwd met pijn, afwijzing en verdriet (Jes. 53:3). De Heere Jezus huilde toen, en Hij huilt nu nog steeds, omdat Hij de pijn ten volle kent die de zonde en de dood teweegbrengen. De dood blijft een vijand. De Heere Jezus weet ook precies waar wij doorheen gaan (Hebr. 4:14-16). En wat een troost is het dat Hij Zelf straks al onze tranen zal afwissen (Openb. 21:4).

  9. Jezus kan verandering brengen in ons verdriet

    De Heere Jezus zei: Ik ben de opstanding en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven ook al is Hij gestorven. Ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Als je gelooft, hoef je dus niet bang te zijn om te sterven (Hebr. 2:14-15). Voor de gelovige is de dood een slaap, om wakker te worden bij Jezus (Joh. 11:11). Het lichaam slaapt in het graf, maar de geest gaat naar huis bij de Heere (Fil. 1:21). De Heere Jezus heeft de laatste vijand, dat is de dood, glansrijk overwonnen. De gelovigen die gestorven zijn, verkeren nu meer levend in de hemel dan dat zij ooit geweest zijn op aarde. Als de Heere Jezus terugkomt op de aarde, dan zullen de gelovigen bij Hem zijn met een verheerlijkt lichaam. De Heere weet wat Hij doet. Zijn weg is de beste! Allen roepen uiteindelijk: Hij heeft alles wel gedaan (Mark. 7:37). Wij mogen met deze heerlijke waarheid de anderen gaan dienen.

  10. De wil van de Heere Jezus is altijd het beste

    De Heere heeft Zijn eigen tijd en Zijn eigen bedoelingen. De discipelen konden niet begrijpen waarom Hij twee dagen wegbleef. Hij legt het uit: Zijn er geen twaalf uur in een dag (Joh. 11:9). Hij zegt hiermee: Ik heb mijn eigen tijdschema. Zijn uitstel is ook geen afstel, maar de weg naar een grotere zegen. Publiekelijk getuigde Jezus ervan dat de laatste vijand aan Hem ondergeschikt is. Als Lazarus niet bij name genoemd was, dan waren alle mensen van de begraafplaats opgestaan. Het geloof van de discipelen werd er ook door versterkt (Joh. 11:15). Geleidelijk begonnen de discipelen te leren dat de Heere Overwinnaar is in iedere situatie. Al leek het hopeloos, zij konden Hem vertrouwen. We lezen dat velen tot persoonlijk geloof kwamen (Joh. 11:45). Martha, Maria en de discipelen begrepen eerst niet wat de Heere Jezus aan het doen was (Joh. 11:21,32,37). Later stierven velen de martelaarsdood, omdat zij in de wereld getuigden van Zijn opstanding.

  11. De Heere Jezus zal verheerlijkt worden als wij geloven

    Dat was de belofte die zij ontvingen (Joh. 11:4). De heerlijkheid van God is het belangrijkste onderwerp in dit universum. Het was erg moeilijk voor de Heere Jezus om te sterven op het kruis, om zodoende Zijn vader te verheerlijken; maar Hij deed het. Wij mogen Hem tot in alle eeuwigheid dankbaar zijn (Joh. 12:23; 17:4). Jezus zei: Neem de steen weg (Joh. 11:39). Martha was het daar niet mee eens. Zij wist dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. De ontbinding was al begonnen. Zij was de belofte van de Heere Jezus vergeten, en dacht dat de dood het einde van die belofte was (Joh. 11:40, 45). Zij werd eraan herinnerd, en zij geloofden. Het kan zijn dat er ook een steen voor uw hart zit. Jezus roept: Neem de steen weg!

  12. Slotgedachten

    Het rouwen over geliefden is een zware last; maar het is het waard, als wij daardoor aan de Heere Jezus gaan denken. Zoals die drukke vader wiens zoon ziek werd (Joh. 4:46-53). Als gevolg van die crisis kwam het hele gezin tot geloof.

De Heere Jezus is de Deur

Het eerste punt is dat de Heere God van alle mensen evenveel houdt. Jezus heeft dat bewezen door Zichzelf over te geven en voor ons te sterven op het kruis van Golgotha. Het volgende is dat Gods wil altijd de beste is. En in onze aanvaarding ligt Zijn vrede besloten. De Heere Jezus is de Deur. Er overkomt ons niets, wat niet eerst door Hem heengegaan is. Wij hebben de belofte dat ons niets overkomt wat wij met Hem niet aankunnen (1 Kor. 10:13). Al begrijpen wij soms Zijn handelen niet, wij kunnen Zijn hart altijd vertrouwen (Job 23:10). Wij leven door het geloof, en niet met verklaringen. De verborgen dingen horen bij de Heere (Deut. 29:29). Wij leven wel met Zijn beloften, en die zijn allemaal ‘Ja en Amen in Christus’ (2 Kor. 1:20).

De Heere wordt verheerlijkt als wij ons aan Hem in het geloof overgeven. De vraag kwam tot Martha: Geloof je in Mij? Zij antwoordde: Ja Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van
God, Die in de wereld komen zou (Joh. 11:26-27). Als wij evenals Martha geloven, dan heeft de dood geen grip meer op ons leven.

In het Engels vormen deze drie gelovigen samen om zo te zeggen een mooie christelijke website (www):

  • Witness – Lazarus was een getuige van de kracht van Zijn opstanding.
  • Work – Martha mocht later dienen in de kracht van de Heilige Geest.
  • Worship – Maria was altijd aan de voeten van de Heere Jezus om Hem te eren en te aanbidden.

Wij die geloven in de Heere Jezus hebben de Geest nu in ons hart ontvangen, die Christus deed opstaan uit de doden (Rom. 8:11). Wij dienen in Zijn kracht door goede werken die de Heere al van tevoren heeft bereid (Ef. 2:10). Wij leven als aanbidders en als slaven van Hem (Ps. 123:2). Door te getuigen, te dienen & te aanbidden zijn wij vrienden van de Heere Jezus.

Ter illustratie

Een getuigenis als voorbeeld van rouwverwerking: Een aantal jaren geleden brak mijn moederhart, omdat onze zoon Camiel aangaf het leven niet meer aan te kunnen. In zijn nood begon hij een zoektocht naar de Heere Jezus, en in de jaren die volgden kreeg hij dwars door zijn ziekte heen een levende relatie met de Heer. Dapper vocht hij tegen zijn neerslachtige gevoelens, maar meerdere keren verloor hij de strijd en stond de politie bij ons aan de deur met de mededeling dat Camiel op het nippertje bewaard was om zichzelf iets aan te doen.

Zorgelijke jaren….waarin Camiel helaas niet meer beter werd, maar wel genezing ontving in zijn hart om zich aan de Heere vast te klemmen. Op een dag stond de politie opnieuw aan de deur, en deze keer had God het toegelaten en Camiel naar huis gehaald. Het is onbeschrijfelijk hoe groot de ontreddering en het verdriet dan zijn: onze lieve jongen van 20 jaar niet meer bij ons!

Toch kan ik zeggen dat dwars door deze zware last de Heere ons vanaf het begin af aan heeft vastgehouden en diep in ons hart Zijn waarheid heeft geopenbaard. Natuurlijk had ik al zó vaak in Gods Woord gelezen over vergeving, en de opstanding na de dood, maar nu voelde het als Gods geschenk aan mij persoonlijk. Een moeder, die gebroken is vanwege het verlies van haar kind, die getroost wordt met zulke mooie beloften: oneindige liefde en vergeving, ook al is het niet verdiend. Een hoopvolle toekomst, waar wij voor altijd in ons nieuwe opstandingslichaam bij Hem mogen wonen.

Camiel wist dat het verkeerd was wat hij deed, en schreef in een getuigenis: ‘Huil niet, want ik ben bij mijn Redder, die ook voor deze zonde naar het kruis is gegaan’. Zijn ziekte kreeg hem menselijk gesproken ‘eronder’, maar God heeft altijd het laatste woord. We zijn door een diep dal gegaan, en nog steeds is het heel zwaar. Maar God laat zien dat alle vragen, pijn en tranen er mogen zijn. Ik hoef het alleen maar bij Hem te brengen, en Hij draagt het voor me en geeft rust. Het is heel moeilijk om in dit grote verdriet weer wat levensvreugde te krijgen, maar zolang ik nog op aarde mag zijn, is er nog een taak voor mij.

Mijn zoon zei eens: ‘Als ik dit overleef, word ik evangelist’. De vijand heeft toegeslagen, dat is waar, maar God keert alles ten goede en maakt dat Camiel, zelfs na zijn overlijden, nog een boodschap in de wereld mag uitdragen, doordat ik als moeder mag vertellen over Gods oneindige liefde, vergeving en troost. God is er bij, dag aan dag draagt Hij ons.

Een ander voorbeeld van rouwverwerking

Er was ook een broeder die ziek werd. Toen hij ging sterven vroeg men aan hem of hij niet bang was om te sterven. Hij antwoordde: Vanaf het allereerste begin van mijn wandel in het geloof heb ik al met de waarheid van Efeziërs 2:6 in het hart geleefd: Hij heeft ons opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten geplaatst! Wat mijn positie in het leven ook is geweest, dit wordt nu werkelijkheid voor mij!

De maaltijd met Hem

Later zien wij Lazarus met de Heere Jezus zitten aan de feestmaaltijd (Joh. 12). Het leven van iedere gelovige gaat nu verder in een liefdevolle en warme feestsfeer. Lazarus, die geen woord zegt, is een levende getuige van de opstandingskracht van Christus. Daarbij hoort ook het lijden in eenheid met onze hemelse Gastheer (Joh. 12:10).

De Heere Jezus wist dat Hij nog maar zes dagen te leven had. Hij nam alle tijd om bij Zijn vrienden te zijn. De Heere Jezus zag als de Zoon van God door Zijn dood een mogelijkheid om Zijn hemelse Vader te verheerlijken – zoals de graankorrel die stierf om veel vrucht te dragen (Joh. 12:24). Hij is de grote Overwinnaar en Hij heeft over de satan en dit demonische domein gezegevierd (Kol. 2:15; 1 Joh. 5:19).

Als wij er ook voor kiezen om in de Heere te geloven, dan worden wij een deel van de oplossing en kan zelfs al onze rouw overwonnen worden (1 Joh. 5:4). Wij genieten van Zijn liefdevolle en inwonende aanwezigheid, om ondanks het grote en blijvende verlies vreugdevol te leven. Dan schiet de duivel zich in de voet, want de Heere die soeverein is, is machtig om de vloek te veranderen in een zegen (Deut. 23:5). De reden is dat de Heere Jezus, die voor ons stierf, heeft bewezen dat Hij Zichzelf heeft gegeven en ons tot de dood toe eeuwig lief zal hebben.

Johan Schep

Met dank aan en toestemming van dhr. J. Schep geplaatst. Zie ook: www.johan-linda.com.

Vergelijkbare berichten