Inleiding

Dit artikel is ontstaan naar aanleiding van 2 gebeurtenissen, één van recente datum en één van een aantal jaren terug.

  1. Allereerst die van een aantal jaren terug: tijdens een gesprek over geloofszaken met een collega in de Verenigde Staten, vertelde hij, tot zijn grote opluchting, dat men, d.m.v. een stemming in zijn kerk, had besloten, geen homo-huwelijken te sluiten. De meerderheid van de kerkleden bleek daar tegen te zijn. Op mijn opmerking dat men, als christenen, niet over principiële, Bijbelse uitgangspunten hoort te stemmen, maar eenvoudig Gods woord dient te gehoorzamen, keek hij mij enigszins sprakeloos aan.
  2. De 2e gebeurtenis, van zeer recente datum betreft een poging, d.m.v. stemming, vrouwen (zusters) gekozen te krijgen in een “raad van oudsten”. Even afgezien van wat Gods Woord zegt over de rol van de vrouw, bleek hierbij het voornaamste argument te zijn : “Ik/wij vind/vinden, dat dit tegenwoordig moet kunnen”. Daarbij werden allerlei teksten geciteerd over vrouwen in de Bijbel die een leidende rol speelden. De context, waarin deze vrouwen worden genoemd, werd daarbij volledig genegeerd.

Derhalve de vraag of voor democratische besluitvorming over principiële zaken, en soms zelfs praktische zaken, een grond in de Bijbel is te vinden.

Dit artikel poogt daar enig licht op te werpen.

Wat is democratie?

Wikipedia1 geeft de volgende beschrijving :

Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, “volk” en κρατειν/kratein, “heersen”, dus letterlijk “volksheerschappij”) is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening. Men onderscheidt directe democratie, waarin burgers persoonlijk stemmen over wetten, besluiten en benoemingen, en indirecte, waarin het volk zich laat vertegenwoordigen door een gekozen orgaan, zoals een raad of parlement.

De kern van de definitie is “…de wil van het volk”. En verder: Deze bestuursvorm is gebaseerd op het menselijke gelijkheidsideaal.” De oudst bekende vorm van democratie was die van Athene in 600 – 400 BC. Het z.g. “gelijkheidsbeginsel” betekent “one man, one vote”. Oftewel, iedere stem heeft evenveel gewicht.

Democratie in de Bijbel?

We vinden twee situaties in de Bijbel, één in het OT en één in het NT, waar sprake is van een “democratisch proces”, echter in beide gevallen met een, tegen Gods wil ingaande, uitkomst.

  1. Het Oude Testament:2

    We vinden deze situatie in 1 Samuël 8. Wat was er aan de hand? Samuël, de profeet, was oud geworden en het volk Israël had gezien dat “…uw zonen gaan niet in uw wegen” (vers 5). Hier dient zich al het eerste probleem aan, n.l. dat het volk spreekt over uw (Samuëls) wegen. Kennelijk leunden zij meer op hun “voorganger” dan op God. Dan volgt de wil van het volk: “Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken” . (vs. 5b).

    Samuël nam hen dat zeer kwalijk (vs. 6) en bad tot de Heere. Dan antwoordt God (in vs. 7): “Maar de HEERE zei tegen Samuël: Geef gehoor aan de stem van het volk in alles wat zij tegen u zeggen; want zij hebben ú niet verworpen, maar Míj hebben zij verworpen, dat Ik geen Koning over hen zou zijn.”

    Dit gedeelte laat dus zien dat wat het volk wilde, rechtstreeks inging tegen het aanvaarden van het gezag van God. Het volk had God de leiding moeten geven; in tegenstelling daarmee wilden ze geleid worden zoals de volken om hen heen. Dat God het toelaat, wil niet zeggen dat Hij het goedkeurt; Hij gebruikt deze gebeurtenis om het volk iets te leren, namelijk dat als zij van Zijn wil afwijken, het volk daarvan de gevolgen zal ondervinden. Door hun (democratische) wil verwierpen zij God en Zijn gezag over hun leven.

  2. Het Nieuwe Testament:3

    In Lukas 23: 1 t/m 25 wordt het proces beschreven dat tegen de Heer Jezus wordt gevoerd. De Heer werd tegenover Pilatus vals beschuldigd, zelfs tot 3 maal toe, in vers 4, 14 en 22, erkende Pilatus dat hij geen schuld in Hem gevonden had.

    In het evangelie van Johannes lezen we over dezelfde gebeurtenis, in hfst. 18: 39 : “Wilt u dan dat ik u de koning der Joden loslaat?”. Hierna ontstaat een groot tumult. Daarover lezen we in Markus 14: 11: “De overpriesters echter zetten de menigte op, dat hij (Pilatus) liever Barabbas voor hen moest loslaten”. In Matth. 27: 20 lezen we dat de overpriesters en de oudsten de menigte overreedden dat zij om Barabbas moesten vragen, maar Jezus ombrengen.

We zien hier duidelijk de wil van de mens die er toe leidt dat de Zoon van God wordt overgeleverd om gedood (gekruisigd) te worden. De wil van de mens leidt tot de dood van de Koning der Joden.

Dat het Gods wil was om de mens te redden door het verlossingswerk/de dood van de Heer aan het kruis, doet niets af aan de verantwoordelijkheid van de mens voor zijn daden.

Hoe dan te besluiten?

In de eerste gemeente, in het NT, waren het de apostelen die leiding gaven. Zij waren apostelen, niet omdat zij gekozen waren, maar omdat ze daartoe door de Heer Jezus Zelf waren uitgekozen/aangesteld.

In de gemeente (kerk) gaat het om de geestelijke gaven (1 Kor. 12: 4 t/m 11). Deze, gegeven gaven, komen “vanzelf” naar boven bij hen, die een gave hebben, en die het verlangen hebben de gelovigen daarmee te dienen. En zo staat er dan in 1 Thess. 5: 12 en 13: “Wij nu vragen u broeders, hen te erkennen die onder u arbeiden en u leiding geven in de Heer en u terechtwijzen, en hen zeer hoog te achten in liefde om hun werk. Houdt vrede onder elkaar”.

Wij hebben te luisteren naar diegenen die door hun optreden bewezen hebben een, door God gegeven, dienst te verrichten. Wij erkennen dit dan. Dit kan dan bijvoorbeeld inhouden dat één persoon, vanuit Gods woord, richting geeft aan besluitvorming.

Geen democratie maar gehoorzaamheid aan het Woord van God, en dus aan God Zelf

Een dergelijk proces van kennen en herkennen vinden we in Hand. 6: 3 “Zie daarom uit, broeders, naar zeven mannen uit uw midden, van wie men a) een goed getuigenis heeft, b) vol van de Heilige Geest, c) en van wijsheid, en dan: (vs. 3b) …die wij voor deze noodzakelijke taak zullen aanstellen.”

Dan volgen de namen (in vs. 5): het kennen en de herkenning was te vinden in de criteria in vs. 3. Zij kozen degenen die zij herkenden in de kenmerken die de apostelen hadden genoemd. Na gebed en hen de handen (door de apostelen) te hebben opgelegd waren zij bevestigd in hun positie.

Besluiten worden genomen op basis van wat het Woord van God zegt. De Heilige Geest wil ons duidelijk maken wat wij hebben te doen. Hierbij is het van doorslaggevend belang dat de Heilige Geest nooit ingaat tegen dat wat het Woord van God zegt. De Heilige Geest is namelijk ook God Zelf.

Zoetermeer, november 2024

J.G. Fijnvandraat

1 https://nl.wikipedia.org/wiki/Democratie
2 De Bijbelteksten uit het oude testament zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling (HSV)
3 De Bijbelteksten uit het nieuwe testament zijn ontleend aan de Telos vertaling (2018 Grace Publishing House, Rhenen)

Met dank aan en toestemming van dhr. J.G. Fijnvandraat geplaatst

Vergelijkbare berichten