DRIE BIJZONDERE DAGEN


Laten wij nadenken over die drie bijzondere dagen, met het kruis en het graf van Christus, en Zijn opstanding uit de doden (1 Kor. 15:3-4). Dat is het allerbelangrijkste, zegt Paulus hier tegen ons allen als gelovigen.

  • Vrijdag: de pijn.
  • Zaterdag: de verwarring.
  • Zondag: de vreugde van Zijn leven!

De dood en de opstanding van de Heere Jezus zijn om zo te zeggen twee zijden van dezelfde munt. Na de duisternis van drie uur lang werd het weer licht. De duisternis is voorgoed overwonnen. Licht is de stabielste factor van ons universum. Daar begon de Heere God ook mee. God is licht. Laat er licht zijn (Gen. 1:3)! Het licht overwint dan ook altijd de duisternis (Matt. 27:45; 28:1-6). Het woord ‘gestorven’ staat hier apart vermeld, samen met de uitdrukking ‘naar de Schriften’. Dat geldt ook voor de woorden ‘begraven’ en ‘opgewekt op de derde dag’, naar de Schriften (1 Kor. 15:3-4). Die horen bij elkaar. Als een boer zaait dan kijkt hij niet naar het verleden, maar naar de toekomst.

Het kruis toont ons Jezus als het Paaslam dat geslacht werd (1 Kor. 5:7). Het was geprofeteerd dat Jezus samen met twee anderen zou worden gekruisigd (Jes. 53:12). We hebben ook het schaduwbeeld van Jozef, die de schenker en de bakker ontmoette in de gevangenis. De wrede daden in verband met het kruis waren bekendgemaakt. Zij plukten zijn baard uit (Jes. 50:6). Zijn kleding werd verdobbeld (Ps. 22:19). Zijn woorden op het kruis waren al geopenbaard in Psalm 22:2. Het was de roep: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten’. De beenderen van de twee misdadigers werden gebroken (Joh. 19:33). Maar bij de Heere Jezus gebeurde dat niet, want hij was het ware Paaslam (Ex. 12:46). Iedere gehoorzame stap en elk woord dat de Heere Jezus sprak, was tevoren bekendgemaakt.

Zijn begrafenis was ook bijzonder. Normaal werden de gekruisigden op een kar gelegd en in het Kidrondal verbrand. Maar zo ging het niet met de Heere Jezus. Jozef van Arimathea was een lid van de Joodse raad, maar hij had niet ingestemd met Zijn dood (Mark. 15:43). Hij waagde het
samen met Nicodemus het lichaam van Jezus op te vragen bij Pilatus. Zij bekenden toen allebei kleur! Dit maakte hen volgens de Joodse wetten wel onrein, zodat zij de seder-maaltijd niet konden vieren. Maar het was hun allermooiste Pesach. Zij droegen samen het Lam naar het graf. Jezus was bij de rijke in Zijn dood (Jes. 53:9).

De vrome Joden zijn erachter gekomen waar Jezus begraven was (Matt. 27:64). Ze zeiden: De laatste dwaling (de boodschap van de opstanding) zou erger zijn dan de eerste dwaling. Maar de opstanding is het hart van het evangelie, en het is nog méér dan Zijn sterven! Want wij zijn ook gered door Zijn leven (Rom. 5:10). Jezus leeft! Was het nodig dat de steen weggerold werd? Jazeker. Kunt u zich voorstellen dat die heidense zeelieden Jona later weer zagen? Er zou een twijgje voortkomen uit de afgehouwen tronk (Jes. 11:1). Uit de dood spruit het nieuwe leven.

Waarom is de fysieke opstanding van de Heere Jezus zo belangrijk? Als de Heere Jezus niet fysiek is opgestaan, dan is er ook geen hoop voor ons. Er waren al veel mensen opgewekt uit de doden in het verleden, zoals de zoon van de weduwe waar Elia verbleef (1 Kon. 17:21-22). En de zoon
van een weduwe in de tijd van Elisa (2 Kon. 4:32-35). Iemand die in het graf van Elisa werd gelegd (2 Kon. 13:20-21). De jongeman van Naïn, de enige zoon van een weduwe (Luk.7:11-16). Lazarus (Joh. 11:43-45). Vele ontslapen heiligen na de opwekking van Jezus (Matt. 27:52-53). De opwekking van Dorkas door Petrus (Hand. 9:36-43).

De Heere Jezus had Zijn sterven en opstanding Zelf ook voorzegd (Matt. 12:40; Joh. 2:19-22; 10:17-18; 20:1-7). De profeten hadden het voorzegd (Ps. 16:10; Hand. 2:25-28). Mozes hoorde dat hij de tweede keer tegen de rots (d.i. Christus) moest spreken. Hij is maar één keer geslagen,
daarna nooit meer (Ex. 17:6; Num. 20:11; 1 Kor. 10:4). Geen van de anderen is levend naar de hemel gegaan (Rom. 6:9; Hand. 1:9-11).

De opstanding van de Heere Jezus toont ons Zijn Godheid (Rom. 1:4). De opstanding veranderde bange volgelingen in vrijmoedige getuigen, die ook bereid waren om voor het evangelie te sterven. Alleen Johannes stierf door zijn ouderdom. Het is het allerbelangrijkste onderwerp (1 Kor.15:3-4). Christus’ dood, Zijn begrafenis en Zijn opstanding werden direct vastgelegd als de geloofsbelijdenis van de gemeente. De halfbroers van Christus, die voorheen niet geloofden (Mark. 3:31; 6:3; Joh. 7:5), zijn door Christus’ opstanding ook tot persoonlijk geloof gekomen (Hand. 1:14; Gal. 1:18). Eens zullen alle mensen voor de levende Jezus als hun Rechter komen te staan (Hand. 17:30-31).

Wat betekent de opstanding nu voor mij persoonlijk? Jezus leeft: dat is geschiedenis. Maar Jezus leeft nu in mij: dat is de blijde boodschap van het evangelie! Dit geeft zekerheid:

  1. De opstanding verzekert mij dat ik bij God aanvaard ben (Rom. 4:25). Christus is om onze overtredingen overgeleverd en Hij is opgewekt om onze rechtvaardiging.
  2. De opstanding verzekert mij dat de kracht die de Heere Jezus deed opstaan uit de dood, in mij woont (Rom.8:11). Als de Geest van Hem, Die Jezus uit de doden heeft doen opstaan, in u woont, zal Hij ook uw eigen sterfelijke lichaam levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.
  3. De opstanding verzekert mij dat al mijn zonden zijn vergeven (1 Kor. 15:20).
  4. De opstanding verzekert mij dat ik in de hemel mag wonen. Ik ben de opstanding en het leven (Joh. 11:25). Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven.
  5. De opstanding van de Heere Jezus verzekert mij dat ik ook een heel nieuw lichaam zal ontvangen. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid (Kol. 3:4).
  6. Als gevolg van de opstanding van de Heere Jezus hebben wij nieuwe relaties (1 Thess. 4:14). Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook op dezelfde wijze hen, die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.
  7. Omdat Jezus gestorven is en opgestaan, moeten wij het anderen vertellen. Ga heen in de wereld en predik het Evangelie aan alle schepselen (Mark. 16:15).

De opstanding veranderde de bange discipelen in mensen vol vuur en overtuiging, want de kracht van de hemel rustte nu op hen en woonde in hen. Dat was de passie van Paulus en daarom achtte hij zijn achtergrond als vuilnis (Hand. 9:22; Fil. 3:7-10). De Heere Jezus te kennen en de kracht van Zijn opstanding, en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig wordt: dat behoort ook onze passie te zijn. Omdat de Heere Jezus is opgestaan, weten wij dat de profetieën die nog moeten worden vervuld in de volheid van de tijd ook zullen plaatsvinden. Jezus leeft en wij met Hem!

  1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
    die galmt door heel Jeruzalem.
    Een heerlijk morgenlicht breekt aan:
    de Zoon van God is opgestaan.
  2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld.
    Hij overwon, Die sterke Held.
    Hij steeg uit ’t graf door eigen kracht,
    want Hij is God, bekleed met macht.
  3. Nu jaagt de dood geen angst meer aan,
    want alles, alles is voldaan.
    Wie in ’t geloof op Jezus ziet,
    die vreest voor dood en helle niet.
  4. Want nu de Heer is opgestaan,
    nu vangt het nieuwe leven aan,
    een leven door Zijn dood bereid,
    een leven in Zijn heerlijkheid.

Lied 229 Bundel Geestelijke leideren

Gezegende Pasen.

Met dank aan en op verzoek van dhr. J. Schep overgenomen uit het maandblad “Rechtstreeks” (april 2025) van Oudesporen

Vergelijkbare berichten