De geschiedenis van Paulus (2)

De bijzondere gevolmachtigde: over de bijzondere positie van de apostel Paulus. Deel 2 (vervolg).

De bekering van Paulus (vervolg)

De roeping van Paulus en later zijn brieven laten zien dat een gemeente op Joods grondgebied zich niet verder kon ontwikkelen. God gaf een nieuwe koers aan. Daarom beginnen vanaf Handelingen 12 de Joodse apostelen zich terug te trekken en wordt het zendingsveld overgelaten aan Paulus.

Met Handelingen 10, de bekering van Cornelius en de hernieuwde uitstorting van de Heilige Geest, was iets geheel nieuws ontstaan. Daarom verzette Paulus zich tegen elk judaïsme in de gemeente zonder de toekomst van Israël te ontkennen (Hand. 15). De gemeente waarvoor hij geroepen was en die hij diende, was geen erfgenaam van het Jodendom, maar een geheel nieuw lichaam van Joden en heidenen. De gemeente werd ingevoegd in het gelovige deel van het Jodendom, en het gelovige deel van het Joodse overblijfsel werd voortgezet binnen de gemeente. Dit alles tezamen vormt sindsdien het Lichaam van Christus, iets geheel nieuws, dat ook een mysterie wordt genoemd (Ef. 3). De fundamentele boodschap van Paulus is dan ook Gods overvloeiende genade, die gegrepen wordt door geloof zonder werken.

De bijzondere roeping van Paulus

‘Maar de Heere zei tegen hem: Ga, want deze is voor Mij een uitverkoren instrument om Mijn Naam te brengen naar de heidenen en de koningen en de Israëlieten. Want Ik zal hem laten zien hoeveel hij moet lijden voor Mijn Naam’ (Hand. 9:15-16).

Paulus was geroepen om het Evangelie naar de volken te brengen, naar koningen en naar Israëlieten onder de volken. Daarom ging hij ook altijd eerst naar de synagogen (vgl. Hand. 13:14; 14:1; 17:10; 22:16, 21; 23:11; 26:17-18). Paulus stond voor de stadhouders Felix en Festus (Hand. 23; 24), voor koning Agrippa (Hand. 24–26) en ook voor de keizer in Rome (Hand. 25:10v.).

Maar waarom riep God naast de al aanwezige apostelen nog een bijzondere apostel? De andere apostelen hadden deze opdracht toch al. Waarom gebruikte de Heere niet een aanwezige apostel? Hoe zat het met Andreas, Thomas, Filippus enz.? De vragen dringen zich gewoonweg op: Gebeurt hier iets bijzonders? Is er heilshistorisch iets veranderd? Is er iets onverwachts gebeurd? Is er iets bijgekomen dat eerder niet bekend was? – In de uiteenzettingen in het Nieuwe Testament zien wij dat dit inderdaad is gebeurd.

Wat was het dan dat niet eerder werd herkend? Dat de volken mede-erfgenamen zouden zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zouden zijn van een gemeente die zuiver Joods van oorsprong was geweest. En Paulus werd voor dit mededeelgenootschap uit de volkerenwereld geroepen als beheerder en dienaar (Ef. 3:2, 5-7). Daarom bleven de zogenaamde apostelen voor de Joden werken onder de gemeente uit de Joden en Paulus was verantwoordelijk voor de heidenen. Men zei zelfs tegen hem dat hij Jeruzalem moest verlaten (Hand. 22:18). – Beide apostolische taakgebieden vormen samen een geheel en vullen elkaar aan, maar de werkterreinen blijven verdeeld (Gal. 2:9).

Met de tijd dat Paulus het Evangelie onder de volken verspreidde, verdwenen de wonderen naar de achtergrond. In de Hebreeënbrief is deze activiteit dan ook beperkt tot de apostolische periode en wordt daar al in de verleden tijdsvorm beschreven. Deze brief hoort bij de latere brieven, ca. 67 na Christus: ‘Hoe zullen wij dan ontvluchten, als wij zo’n grote zaligheid veronachtzamen, die in het begin door de Heere is verkondigd, en die aan ons is bevestigd door hen die Hem gehoord hebben. God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil’ (Hebr. 2:3-4).

Paulus was ook geroepen om te lijden. Dat is ook de bestemming van de gemeente. Paulus leed voor de aanvullende openbaringen die hij kreeg. Hij leed door het Joodse volk. Hij leed door volken. Hij leed door broeders die tegen hem waren en hem de rug toekeerden. Hij leed door natuurverschijnselen. En hij verdroeg lichamelijk lijden in zijn eigen lichaam zelf. In zijn brieven zijn woorden te vinden als: verdrukking, angst, slagen, nood, vasten, strijd, moeite, gevaren, vervolging, droefheid, naaktheid, lijden, tranen, oproer, zwakheid, vertwijfeling … – ‘Want zoals het lijden van Christus overvloedig over ons komt … dat wij het uitermate zwaar te verduren hebben gekregen, boven ons vermogen, zodat wij zelfs aan ons leven wanhoopten’ (2 Kor. 1:5,8).

Het is vaak zo dat wij christenen het lijden niet begrijpen en eronder lijden dat wij moeten lijden. Maar het hoort bij het christen-zijn en bij het verspreiden van het Evangelie. – ‘Schaam u dan niet voor het getuigenis van onze Heere, en ook niet voor mij, Zijn gevangene, maar lijd met mij verdrukking om het Evangelie, overeenkomstig de kracht van God’ (2 Tim. 1:8). ‘Lijd verdrukkingen als een goed soldaat van Jezus Christus’ (2 Tim. 2:3).

Tot zover de tweede helft van deel 2 van “De bijzondere gevolmachtigde: over de bijzondere positie van de apostel Paulus.” Met toestemming overgenomen uit “Middernachtsroep 2021-11” Geschreven door Norbert Lieth.

Vergelijkbare berichten