Een uitleg van het laatste boek van de Bijbel. Deel 7. Openbaring 1:3

Ter afsluiting van de overweldigende inleiding van de Openbaring klinkt de eerste van de zeven zaligsprekingen van het boek (Op. 1:3). Gedurende Zijn leven op aarde, gaf de Heere ons tien zaligsprekingen, toen hij op de berg tot het volk Israël sprak. In de Openbaring, vanuit de hemel, gaf Hij er zeven:

1. ‘Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij’ (Op. 1:3).

2. ‘Zalig zijn de doden die in de Heere sterven’ (Op. 14:13).

3. ‘Zalig hij die waakzaam is’ (Op. 16:15).

4. ‘Zalig zijn zij die geroepen zijn tot het avondmaal van de bruiloft van het Lam’ (Op. 19:9).

5. ‘Zalig en heilig is hij die deel heeft aan de eerste opstanding’ (Op. 20:6).

6. ‘Zalig is hij die de woorden van de profetie van dit boek in acht neemt’ (Op. 22:7).

7. ‘Zalig zijn zij die Zijn geboden doen’ (Op. 22:14).

Opvallend is dat de eerste zaligspreking in de Openbaring een voorwaarde inhoudt: ‘Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat.’ (HSV) Eigenlijk moest het luiden: ‘Zalig zijn diegenen die het Woord voorlezen, die toehoren en het behouden.’ De NBV vertaling zegt: ‘… wie dit voorleest, en zij die horen de woorden der profetie, en bewaren.’

We dienen er ons rekenschap van te geven dat de meeste gelovigen van destijds waren aangewezen op toehoren, want de boekdrukkunst was nog niet uitgevonden. Omdat alles moeizaam met de hand moest worden overgeschreven, had niet iedereen een Oude Testament ter beschikking. Afgezien daarvan waren er ook analfabeten. De Schrift – en later ook de brieven van de apostelen – werden daarom voorgelezen.

In een Engelse Bijbelvertaling wordt de eerste zaligspreking in de Openbaring aldus vertaald: ‘Bijzonder gezegend zijn diegenen, die de profetieën horen en lezen en vasthouden.’ Het echte horen wordt in de Openbaring zonder meer vooropgesteld, omdat er steeds weer staat: ‘Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’

Wij zijn bevoorrechte mensen, want wij hebben een Bijbel! Gebruikt u die? Als u sommige dingen niet begrijpt, bid daar dan om. De Heere zal u vermeerderde kennis schenken. Lees, hoor en bewaar het in uw hart, en u zult zalig zijn.

MIDDERNACHTSROEP 2019-02 WIM MALGO (1922–1992)

Dit artikel is met toestemming overgenomen van Middernachtsroep.

Vergelijkbare berichten